FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297  
298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   >>   >|  
ne hand hield hij een staf, hoewel hij geen steun behoefde, want zijn gang teekende kracht en vastberadenheid. Vorschend zag hij rond, alsof hij iemand zocht. De schoone Egyptische zag den zoon der woestijn verbaasd, ja met onwil aan. Zij wenkte Ben-Hur tot zich en vraagde spotachtig: Is dat de heraut van uwen koning? --Dat is de Nazireer, antwoordde hij, zonder haar aan te zien. Om de waarheid te zeggen--hijzelf was meer dan teleurgesteld. Hoewel hij dikwijls gehoord had van de asceten, die in Engedi woonden, hunne kleeding, hunne onverschilligheid voor wereldsche gemakken, hunne afgezonderde levenswijze, hunne boetedoeningen kende, en hoewel hij geweten had dat hij een Nazireer zou zien, die zichzelven aankondigde als: eene stem des roependen in de woestijn, had hij toch gehoopt, dat de heraut van den grooten koning eenig uiterlijk kenteeken van macht en aanzien zou vertoonen. Dezen woestijnbewoner met de oogen volgende dacht hij aan de hovelingen in het keizerlijke paleis te Rome, en de vergelijking deed hem beschaamd, verward en verlegen antwoorden: Het is de Nazireer. Met Balthasar was het geheel anders. Hij wist dat Gods wegen niet zijn als der menschen wegen. Hij had den Verlosser als een kind in de kribbe zien liggen en was dus voorbereid op grooten eenvoud bij het optreden van den godsgezant. Hij verwachtte geen koning. Met gevouwen handen bleef hij zitten en zacht bewogen zich zijne lippen als in een gebed. Op dit oogenblik naderde iemand van de andere zijde, den Nazireer te gemoet. Nauwelijks had deze hem in het oog gekregen, of hij bleef staan en hief zijn staf op, ten einde de aandacht des volks tot zich te trekken. Groote stilte heerschte op eenmaal onder de bewegelijke schare, en toen de Dooper zag, dat hij zijn doel bereikt had, wees hij met zijn staf op den persoon, die langzaam nader kwam. Ook Ben-Hur en Balthasar volgden de aanwijzing en zagen een rijzig slank gebouwd man, met een gelaat, dat men niet licht vergeten zou. Het lange bruingouden haar was in het midden gescheiden. De groote donkerblauwe oogen straalden met liefelijken glans onder het open voorhoofd, en de uitdrukking van zijn geheele wezen was rustig en edel. Hij droeg een lang wit linnen gewaad met wijde mouwen, en een talith, het daarbij behoorende wit linnen overkleed, onderaan met blauw afgezet. De door de wet aan de rabbijnen voorgeschreven wit en blauwe kwasten versierden zijn kleed. Zijne sandalen waren van de eenvoudigst
PREV.   NEXT  
|<   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297  
298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   >>   >|  



Top keywords:

Nazireer

 
koning
 
grooten
 

linnen

 
heraut
 
hoewel
 

woestijn

 

iemand

 

Balthasar

 

bewegelijke


bewogen

 

eenmaal

 
heerschte
 

lippen

 
schare
 

bereikt

 

langzaam

 
zitten
 

persoon

 

Dooper


gekregen

 

gemoet

 

Nauwelijks

 

andere

 

trekken

 
Groote
 

aandacht

 

oogenblik

 
naderde
 

stilte


midden

 

behoorende

 

daarbij

 

overkleed

 
onderaan
 

talith

 

mouwen

 

gewaad

 

afgezet

 
sandalen

eenvoudigst
 
versierden
 

kwasten

 

rabbijnen

 

voorgeschreven

 

blauwe

 

rustig

 

gelaat

 
vergeten
 

gebouwd