FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281  
282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   >>   >|  
n zoon nooit meer in de armen nemen, hem nooit meer aan mijn hart drukken. Amrah, ik weet dat gij hem liefhebt, niet waar? --Ja, ja, ik wil als 't noodig is voor hem sterven, riep de trouwe ziel. --Welnu, geef mij daar een bewijs van. --Al wat gij wilt. --Dan moogt gij hem niet zeggen waar en hoe gij ons gevonden hebt. Anders niet. --Maar hij zoekt u overal! Hij is van verre gekomen om u te zoeken! --Hij mag ons niet vinden. Hij mag niet worden wat wij zijn. Luister, Amrah. Blijf ons dagelijks van het noodige voorzien, zooals gij heden deedt. Het zal niet lang noodig zijn, neen, niet lang. Kom 's morgens en 's avonds en vertel ons van hem; maar tegen hem geen woord over ons. Belooft gij mij dat, Amrah? drong de moeder met trillende stem. --Ach, 't zal mij zoo zwaar vallen te zien hoe hij u overal loopt te zoeken, en hem dan niet te kunnen of te mogen zeggen, dat u nog leeft! --Kunt ge hem zeggen dat gij ons gezond en wel hebt aangetroffen, Amrah? Amrah snikte. --Neen, vervolgde de moeder, en daarom moet gij zwijgen. Ga nu, en kom van avond terug, dan zien wij naar u uit. Tot zoolang, vaarwel! Amrah bleef geknield liggen, totdat moeder en dochter in de spelonk verdwenen waren. Toen keerde zij bedroefd huiswaarts. Dienzelfden avond kwam zij terug en deed dat voortaan dag aan dag, zoodat het de uitgestootenen aan niets ontbrak. De spelonk, hoe eenzaam en verlaten ook, was toch niet zoo somber, als de cel in den burcht. Het daglicht stroomde naar binnen, zij waren in de vrije natuur, en het valt gemakkelijker geloovig den dood te verbeiden onder de open lucht, dan in een onderaardschen kerker. * * * * * ZESDE HOOFDSTUK. DE KAMPVECHTER. Aan den morgen van den eersten dag der zevende maand Tishri in 't Hebreeuwsch, October bij ons, verrees Ben-Hur van zijne legerstede in de herberg,--ontevreden met de geheele wereld. Na de aankomst van Malluch, nu anderhalve maand geleden, waren zij dadelijk aan het werk getogen. Malluch begaf zich allereerst naar den burcht Antonia, en wendde zich rechtstreeks tot den commandant, wien hij een omstandig verhaal deed aangaande het gebeurde met de familie Hur, en duidelijk deed uitkomen, dat bij het ongeluk aan Gratus overkomen geen sprake kon zijn van boosaardig opzet. Het doel van zijne nasporingen was, zeide hij, ingeval de ongelukkigen nog leefden, den keizer een smeekschrift aan te bieden, met verzoek om herstel van e
PREV.   NEXT  
|<   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281  
282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   >>   >|  



Top keywords:

zeggen

 
moeder
 
Malluch
 

overal

 
zoeken
 
burcht
 

noodig

 

spelonk

 

KAMPVECHTER

 

eersten


morgen

 

daglicht

 
somber
 

Tishri

 
zevende
 

stroomde

 

natuur

 
binnen
 

verbeiden

 

geloovig


verlaten

 

eenzaam

 

HOOFDSTUK

 

gemakkelijker

 

kerker

 
onderaardschen
 

ontbrak

 

dadelijk

 
overkomen
 

Gratus


sprake

 

boosaardig

 

ongeluk

 

uitkomen

 
aangaande
 

gebeurde

 

familie

 

duidelijk

 

bieden

 
smeekschrift

verzoek
 
herstel
 

keizer

 

leefden

 

nasporingen

 

ingeval

 

ongelukkigen

 

verhaal

 
omstandig
 

wereld