onden anderen dat toch voor hem doen. Werden de
verloornen gevonden, dan zou Pilatus haar zeker in vrijheid doen
stellen, want die ten minste had er geen belang bij haar nog langer
gevangen te houden. Met geld was in ieder geval veel te doen. Dan zou
hij zijne geliefden in veiligheid brengen, om zich daarna met een
volkomen hart geheel te wijden aan den Koning, die te komen stond. Zijn
besluit was dadelijk genomen. Ilderim keurde het plan goed en gaf hem
drie zijner stamgenooten mede, die Ben-Hur te Jericho achtergelaten had
met de paarden, terwijl hijzelf te voet de reis voortzette. Te Jeruzalem
zou Malluch zich bij hem voegen, en verder zou hij zich door de
omstandigheden laten leiden.
Met het oog op zijne plannen zou het geraden zijn zich voor alle
mogelijke ambtenaren, inzonderheid de Romeinsche, verborgen te houden,
en het voornaamste werk aan Malluch over te laten, die zeer schrander en
behoedzaam was.
Voor alle dingen moest uitgemaakt worden hoe zij de zaak zouden
aanpakken. Dat was hem nog niet recht helder. Het liefst zou hij met den
burcht Antonia willen beginnen, want hij wist, dat zich onder dit
sombere gebouw een doolhof van gevangenissen uitstrekte, juist geschikt
om lieden, die men uit den weg wilde ruimen, in zich op te nemen.
Daarenboven had hij met eigen oogen gezien hoe de soldaten zijne moeder
en Tirza de straat indreven, die rechtuit naar den burcht leidde. Waren
zij daar niet meer, dan kon hij er toch inlichtingen krijgen betreffende
haar lot.
In het diepst zijner ziel leefde een stille hoop, die hem daarentegen
allereerst naar de ouderlijke woning trok. Door Simonides wist hij dat
Amrah nog leefde. Haar opzoeken en van haar hooren wat zij wist, moest
zoo spoedig mogelijk geschieden. De trouwe slavin had zich, zooals men
zich zal herinneren, op dien vreeselijken morgen losgerukt uit de handen
der soldaten en was het ledige huis binnen gevlogen, waar zij, met al
wat er verder in was, opgesloten werd. Simonides had haar sedert dien
tijd van het noodige voorzien, en zij was de eenige bewoonster gebleven
van het groote huis, dat Gratus, hoeveel moeite hij er zich ook voor
gaf, niet had kunnen verkoopen. De geschiedenis die er aan vast was
hield de koopers of huurders terug. Daarenboven had het den naam dat het
er spookte, misschien een gevolg van Amrah's ronddwalen door de
verschillende kamers, of op het platte dak. Kon hij haar te spreken
krijgen, wie weet of zij hem niet eenig licht zou kunnen
|