FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266  
267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   >>   >|  
ons nog ooit kunnen vinden? Beider stem klinkt ongelooflijk scherp, droog en onnatuurlijk. --Gisteren zag ik hem in mijn droom, kind, zoo duidelijk als ik u nu zie. Wij moeten gelooven in droomen, dat weet gij wel, omdat onze vaderen het ook deden. Onze God sprak dikwijls tot hen op die wijze. In mijn droom stonden wij in den vrouwenvoorhof bij de Schoone Poort. Vele vrouwen waren daar met ons, en hij kwam en stond achter de poort en zocht ons. Mijn hart klopte hevig. Ik strekte de armen uit, en riep hem luide bij zijn naam. Hij zag mij en hoorde mij, maar herkende mij niet. Een oogenblik later was hij verdwenen. --Hij zal ons zeker niet herkennen, moeder, als hij ons vindt. Wij zijn zoo veranderd. --'t Is mogelijk, maar ... de moeder zweeg, die gedachte was al te pijnlijk. --Ach moeder, riep Tirza, water! al is het maar een droppel. De moeder werpt een wanhopigen blik in het rond. Het is haar alsof een schaduw over het licht trekt. Zou dat de naderende dood zijn? Bijna werktuigelijk zegt zij: Geduld, Tirza. Zij komen. Zij zullen weldra hier zijn. Eensklaps meent zij een geluid te hooren bij de opening in de cel van den blinde, door welk gat het verkeer met de menschenwereld daarbuiten gedurende al die jaren had plaats gehad. Zij had zich niet vergist. Een oogenblik later weerklonk de bekende kreet van haar ongelukkigen landgenoot door de ruimte. Beiden sprongen op en kwamen naderbij. Daar hoorden zij iemand roepen: Hola! Wie daar? Dat waren de eerste woorden, die na jaren van doodelijke stilte tot haar gesproken werden. Welk een ommekeer! Uit den dood tot het leven teruggekeerd, en dat zoo op eenmaal! Zij antwoordde luide: Een Israelitische vrouw, die hier levend begraven is met hare dochter. Help ons spoedig, of wij sterven. --Houd moed. Ik kom dadelijk terug. Moeder en dochter barstten in tranen uit. Zij waren gevonden. De hulp was nabij! Vergeten waren, voor het oogenblik althans, pijn, honger, dorst. Opnieuw lachte de hoop haar toe. Na een korte poos, de tijd dien Gesius noodig had gehad om zijn verslag aan den commandant te doen, drong het geluid van hamerslagen tot de gevangenen door. Ademloos luisterden zij, begrijpende wat dat beteekende. De deur, die zoolang gesloten was geweest, werd opengebroken. De dag der vrijheid brak eindelijk aan. De handen, die het werk verrichtten, waren sterk en bedreven, en wil was goed. De slagen, eerst dof, werden steeds duidelijker verneembaar; nu e
PREV.   NEXT  
|<   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266  
267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   >>   >|  



Top keywords:

moeder

 

oogenblik

 

werden

 

dochter

 
geluid
 

levend

 

Israelitische

 

spoedig

 
dadelijk
 

Moeder


verneembaar
 
antwoordde
 

sterven

 

begraven

 

ommekeer

 

hoorden

 

iemand

 

roepen

 

naderbij

 

kwamen


landgenoot
 

ongelukkigen

 

ruimte

 

Beiden

 

sprongen

 

barstten

 
teruggekeerd
 
gesproken
 

stilte

 
eerste

woorden

 

doodelijke

 
eenmaal
 

slagen

 

beteekende

 
gesloten
 
zoolang
 

begrijpende

 

luisterden

 

hamerslagen


gevangenen

 

Ademloos

 

geweest

 
verrichtten
 

bedreven

 
handen
 

eindelijk

 

opengebroken

 

vrijheid

 
honger