FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260  
261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   >>   >|  
uighuizen, barakken, magazijnen en gevangenissen van allerlei soort. Hij effende het rotsachtige gedeelte van den berg, en liet er diepe kloven in bouwen. Daar bouwde hij overheen. Het geheel verbond hij door een prachtige zuilengang met den Tempel. Zoo verbouwd en versterkt viel de burcht ten laatste in de handen der Romeinen, die hem volkomen wisten te waardeeren en te gebruiken. Gedurende de regeering van Gratus had de Antonia dienst gedaan als citadel en onderaardsche gevangenis, de schrik voor alle oproerigen. Wee hen, wanneer de kohorten uit de poorten stroomden, om een oproer te dempen! Wee den Jood, die dezelfde poorten als gevangene binnenging! Na deze korte uitweiding kunnen wij den draad van ons verhaal weer opvatten. * * * * * Het bevel van den nieuwen procurator betreffende de gevangenen was op den burcht Antonia ontvangen en stipt uitgevoerd. Twee dagen zijn verloopen sedert de laatste van die ongelukkigen ter ondervraging was voorgebracht. De lijst is zoo goed als gereed en ligt voor den commandant op tafel. Binnen vijf minuten zal zij op weg gaan naar Pilatus, die in het paleis op den berg Sion woont. Het bureau van den commandant is ruim en koel, en gemeubeld overeenkomstig de waardigheid van den bevelhebber. Het is de zevende ure van den dag. De commandant is vermoeid. Zoodra de lijst verzonden is, zal hij naar het platte dak van de zuilengang gaan, daar in de open lucht wat beweging nemen, en zich vermaken met naar het gewoel der Joden in de voorhoven des Tempels te kijken. Zijne klerken en onderhoorigen verlangen eveneens heen te gaan. Daar verschijnt een man in de deur. Hij rammelt met een bos zware sleutels, waardoor hij terstond de aandacht van den overste trekt. --Zoo, Gesius, kom binnen, zegt deze. Wat is er? --Commandant, luidt het antwoord, ik durf u bijna niet zeggen wat ik gevonden heb. --Alweder een vergissing, Gesius? --Wist ik zeker dat het slechts een vergissing was, dan zou ik niet bang zijn. --Een misdaad dus? Of nog erger ... een plichtverzuim. Men kan Cesar uitlachen, de goden vloeken, en leven. Een beleediging echter, den adelaren aangedaan, is ... nu, Gesius, gij weet wat er dan volgt. Ga voort. --'t Is nu ongeveer acht jaren geleden, dat Valerius Gratus mij benoemde tot bewaarder der gevangenissen in den burcht, antwoordde de man ernstig. Ik herinner mij nog zeer goed den morgen, waarop ik mijn ambt aanvaardde. Den vori
PREV.   NEXT  
|<   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260  
261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   >>   >|  



Top keywords:

commandant

 

Gesius

 

burcht

 

poorten

 
gevangenissen
 

laatste

 

Antonia

 

Gratus

 
vergissing
 

zuilengang


antwoord
 
aandacht
 

overste

 

binnen

 

terstond

 

Commandant

 

vermaken

 

gewoel

 

onderhoorigen

 

verlangen


klerken
 

Tempels

 

voorhoven

 

kijken

 

eveneens

 

sleutels

 
rammelt
 
verschijnt
 

beweging

 
waardoor

geleden

 

Valerius

 
benoemde
 

ongeveer

 

bewaarder

 
aanvaardde
 
waarop
 

morgen

 

ernstig

 

antwoordde


herinner

 

aangedaan

 

slechts

 
misdaad
 

platte

 
zeggen
 

gevonden

 

Alweder

 

vloeken

 
beleediging