FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372  
373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   >>   >|  
ide evenals altijd, wanneer het zijn moeder zag, de ronde, volle armpjes met de handpalm naar beneden, lachte met het nog tandelooze mondje, en, evenals een visch met zijn vinnen doet, begon het met de handjes op zijn gesteven rokje te slaan. Men moest glimlachen, het kind kussen, en het den vinger toehouden, dien het juichend en met het geheele lichaam opspringend greep, en dan moest men het de lippen toehouden, die het in plaats van ze te kussen inzoog. Dat alles deed Anna, nam het op den arm, liet het springen en kuste het de frissche wangen en de bloote armpjes, maar bij den aanblik van dit kind, werd zij zich bewust, dat zelfs het gevoel, dat zij voor het kindje koesterde in vergelijking van dat voor Serescha geen liefde kon genoemd worden. Alles in dit kleine meisje was bekoorlijk, maar het roerde haar hart niet. Op het eerste kind, hoewel van een onbeminden man, had zij al de kracht harer liefde, die geen bevrediging gevonden had, vereenigd; aan het kleine, onder de moeielijkste omstandigheden geboren meisje was niet het honderdste deel van de zorg besteed, die men eens aan Serescha had gewijd. Buitendien was de kleine nog geheel verwachting, Serescha daarentegen was reeds bijna een mensch, een geliefd mensch en in hem bewogen zich reeds gedachten en gevoelens; hij begreep en beminde haar en kon zich reeds een oordeel vormen. En van hem was zij nu voor altijd, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk gescheiden, en daaraan was niets meer te veranderen! Zij gaf het kleine meisje aan de min terug en nam een album waarin zich alle photographieen van haar zoon in zijn verschillende levensjaren bevonden. Zij beschouwde ze en daarbij viel haar blik ook op Wronsky's portret. "Dat is hij!" zeide zij en dacht daarbij aan hem als aan dengene, die de schuld was van haar tegenwoordigen, ongelukkigen toestand. Den ganschen morgen had zij niet aan hem gedacht. Maar nu haar plotseling dit mannelijk schoone, welbekende, dierbare gelaat tegenstraalde, nu gevoelde zij een onverwachte opwelling van liefde voor hem. "Waar is hij? Waarom laat hij mij nu zoo alleen met mijn smart?" dacht zij plotseling met een treurig gevoel van verwijt, maar toch ook van liefde, terwijl ze vergat, dat zij zelf voor hem alles, wat haar zoon betrof, geheim had gehouden. Zij zond naar hem toe om te vragen, of hij terstond bij haar wilde komen. De bode kwam met het antwoord terug, dat hij bezoek had, maar dat hij spoedig zou komen en of hij
PREV.   NEXT  
|<   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372  
373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   >>   >|  



Top keywords:

liefde

 

kleine

 
Serescha
 

meisje

 

alleen

 

plotseling

 
evenals
 
altijd
 

daarbij

 

gevoel


mensch
 
armpjes
 
kussen
 

toehouden

 

dengene

 

photographieen

 
veranderen
 

daaraan

 

lichamelijk

 

geestelijk


gescheiden

 

waarin

 

Wronsky

 

beschouwde

 

bevonden

 

schuld

 

verschillende

 

levensjaren

 

portret

 

mannelijk


betrof

 

geheim

 

gehouden

 

verwijt

 

terwijl

 
vergat
 
antwoord
 

bezoek

 

spoedig

 

vragen


terstond
 
treurig
 

vormen

 

schoone

 

welbekende

 

gedacht

 
morgen
 

ongelukkigen

 
toestand
 

ganschen