FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388  
389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   >>   >|  
te brengen." "Hoe goed zou het zijn, als wij elkaar allen bij hen ontmoetten! Wanneer gaat gij weer naar hen toe?" vroeg Stipan aan Wassenka. "Ik denk de maand Juli bij hen door te brengen." "En gij? Wanneer wilt gij er heen?" vroeg hij zijn vrouw. "Ik heb het reeds lang willen doen en ga er bepaald heen," antwoordde Dolly. "Ik heb medelijden met haar. Ik ken haar. Zij is een uitstekende vrouw. Ik ga alleen, wanneer gij weg zijt; dan val ik niemand lastig. Het is zelfs beter zonder u." "Zeer goed," zeide Stipan. "En gij, Kitty?" "Ik? Wat zou ik daar doen?" vroeg Kitty rood wordend. En zij wendde haar oogen naar Lewin. "Kent gij Anna Arkadiewna?" vroeg Wesslowsky haar; "zij is een buitengewoon aantrekkelijke vrouw." "Ja!" antwoordde zij nog sterker blozend, stond op en ging naar Lewin. "Gaat ge morgen op de jacht?" vroeg ze. Zijn ijverzucht was in deze weinige oogenblikken, vooral toen hij den blos zag, die haar wangen bedekte, terwijl zij met Wesslowsky sprak, reeds zeer hoog gestegen. Nu legde hij haar woorden op zijn manier uit. Hoe dwaas het hem ook later scheen, nu was het hem duidelijk, dat zij deze vraag slechts tot hem richtte, omdat zij gaarne dit genoegen wilde bereiden aan Wesslowsky, op wien ze naar zijn voorstelling nu reeds verliefd was. "Ja zeker!" antwoordde hij met een onnatuurlijke stem, die hem zelf onaangenaam toeklonk. "Maar zou het niet beter zijn, dat gij morgen nog thuis bleeft? Anders heeft Dolly niets aan haar man. Gij kunt dan overmorgen gaan." De eigenlijke zin dezer woorden werd zoo door Lewin verklaard: "scheid mij niet zoo spoedig van hem. Of gij heengaat, is mij onverschillig, maar gun mij morgen nog het gezelschap van dezen bekoorlijken jongen man.--Zoo ge wilt, kunnen wij ook morgen nog thuis blijven!" antwoordde Lewin met gemaakte beleefdheid. Intusschen was ook Wesslowsky, die niet vermoedde, welk lijden zijn aanwezigheid veroorzaakte, van tafel opgestaan en Kitty met een vriendelijk lachenden blik volgend, naderde hij haar weer. Lewin zag dezen blik. Hij verbleekte en een oogenblik begaf hem de adem. "Dus morgen? Mooi, dan gaan we!" zei Wesslowsky, viel op een stoel neer en trok zijn been weer onder zich. Lewins ijverzucht groeide aan. Hij zag zich reeds als bedrogen echtgenoot, wien de vrouw en haar minnaar slechts noodig hadden om hen de genoegens en gemakken des levens te verschaffen.--Toch vroeg hij zijn gast vriendelijk en beleefd naar zijn jacht
PREV.   NEXT  
|<   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388  
389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   >>   >|  



Top keywords:

Wesslowsky

 

morgen

 
antwoordde
 

ijverzucht

 

vriendelijk

 

woorden

 

Stipan

 

Wanneer

 

brengen

 

slechts


gezelschap

 
bleeft
 
Anders
 

bekoorlijken

 
jongen
 

toeklonk

 

overmorgen

 

kunnen

 

verklaard

 

scheid


heengaat

 

onverschillig

 

eigenlijke

 

spoedig

 
verbleekte
 

groeide

 
bedrogen
 

echtgenoot

 

minnaar

 

Lewins


noodig

 
hadden
 

verschaffen

 

beleefd

 

levens

 
genoegens
 

gemakken

 
lijden
 

aanwezigheid

 

veroorzaakte


vermoedde

 

gemaakte

 
beleefdheid
 

Intusschen

 

opgestaan

 
lachenden
 

oogenblik

 
volgend
 

naderde

 

onaangenaam