FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409  
410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>   >|  
iet. Het zal heel amusant zijn," zeide Lewin en zijn oogen schitterden inderdaad vroolijk. "En nu, vergeef haar maar. Zij zal het niet weer doen," zeide hij met het oog op de kleine misdadige, die nog niet naar Fanny gegaan was, maar besluiteloos naast haar moeder stond en met gebogen hoofd een blik van deze zocht op te vangen. De moeder zag haar aan, het kind begon te snikken en verborg haar gezichtje tusschen de knieen harer moeder, en deze legde haar tengere, magere hand op haar hoofdje. "Wat heeft zich al niet in mijn huis genesteld!" dacht Lewin en ging heen om Wesslowsky te zoeken. In de voorkamer gaf hij het bevel de kales aan te spannen, daar deze terstond naar het station moest rijden. "Er is gisteren een veer van gebroken," zeide de bediende. "Nu, dan de tarantas! Maar vlug! Waar is onze gast?" "Die is juist in zijn kamer gegaan." Lewin trof Wesslowsky juist op het oogenblik, dat hij zijn goed had uitgepakt en de beide romancen had gereed gelegd; nu paste hij zijn nieuwe rijslobkousen aan. Had nu Lewin iets bizonders in zijn gezicht of had Wesslowsky zelf het gevoel, dat ce brin de cour, dat hij op touw had gezet, in deze familie niet op zijn plaats was? Genoeg, hij werd bij Lewins binnentreden een weinig verlegen, voor zoo ver een man van de wereld verlegen kan worden. "Dus, gij rijdt met slobkousen weg?" "Ja, dat is veel zuidelijker," antwoordde Wesslowsky, zette zijn welgedaan been op den stoel, liet de onderste veer inspringen en lachte goedig. Hij was zonder twijfel een goede vent en Lewin had medelijden met hem; deze schaamde zich voor zich zelf als huisheer, toen hij de verlegenheid in Wesslowsky's blik bemerkte. Op de tafel lag het einde van een stok, dien zij 's morgens bij het gymnastiseeren gebroken hadden. Lewin nam dit stuk in de handen, begon het gespleten einde te breken, daar hij niet wist, hoe hij beginnen zou. "Ik wilde...." Hij zweeg een oogenblik, maar plotseling herinnerde hij zich Kitty en al het voorgevallene, en vastberaden blikte hij hem in de oogen en zeide: "Ik heb de paarden voor u laten aanspannen, gij komt nog bij tijds voor het vertrek van den trein." "Hoe meent ge dat?" begon Wesslowsky: "Wie zou wegrijden?" "Gij, naar het spoor!" zei Lewin norsch. "Ik? Wat is er dan gebeurd?" "Er is niets gebeurd, ik verwacht gasten!" zeide Lewin nu heftiger en brak met zijn sterke vingers de gespleten einden van den stok af. "Of ik verwacht ook geen gast
PREV.   NEXT  
|<   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409  
410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>   >|  



Top keywords:

Wesslowsky

 

moeder

 
oogenblik
 

verwacht

 

gespleten

 

gegaan

 

verlegen

 

gebeurd

 

gebroken

 

huisheer


bemerkte

 
worden
 
verlegenheid
 

medelijden

 
onderste
 

zuidelijker

 

antwoordde

 

welgedaan

 

inspringen

 

schaamde


twijfel

 

zonder

 

lachte

 

goedig

 
slobkousen
 

wegrijden

 
vertrek
 

norsch

 

einden

 

vingers


sterke

 
gasten
 

heftiger

 

aanspannen

 

handen

 
breken
 

morgens

 
gymnastiseeren
 

hadden

 

beginnen


blikte

 

paarden

 
vastberaden
 

voorgevallene

 

wereld

 
plotseling
 

herinnerde

 
knieen
 

tengere

 

magere