pop te zien krijgen en
je nieuwe jurk wil ik ook niet meer voor je naaien!" zei ze en wist
niet meer hoe ze haar nog meer bestraffen zou. "Foei, wat is dat een
ondeugend kind!" wendde zij zich tot Lewin. "Hoe komt ze toch aan
die afschuwelijke neigingen?"
"Wat heeft zij dan misdaan?" vroeg Lewin tamelijk onverschillig. Hij
was gekomen om in zijn eigen aangelegenheid raad te vragen, en nu
hinderde het hem, dat hij op zulk een ongelegen tijd kwam. Darja
Alexandrowna vertelde nu Mascha's misdaad.
"Dat zijn volstrekt geen afschuwelijke neigingen, maar 't is eenvoudig
stoutheid," stelde Lewin de opgewonden moeder gerust.
"Maar gij schijnt ook slecht geluimd. Om welke reden komt gij?" vroeg
Dolly. "Is er iets gebeurd?"
Aan den toon dezer vraag voelde Lewin, dat het hem licht zou vallen
datgene te zeggen, wat hij zich voorgenomen had.
"Ik was daar juist alleen met Kitty in den tuin. Wij hebben weer met
elkaar getwist, reeds voor de tweede maal, sedert Stiwa hier is."
Dolly's schrandere oogen zeiden hem, dat zij hem begreep.
"Zeg jij me nu eens met de hand op het hart: lag er niet, ik meen
niet in Kitty's gedrag, maar in het gedrag van dezen heer, iets
onaangenaams, ik meen iets dat veel te vrij was, iets beleedigends
voor een echtgenoot? Of hoe zal ik het u toch zeggen...?"
"Blijf daar! Jij moet daar in den hoek blijven staan!" wendde
zich Dolly tot Mascha, die zich bij het eerste, nauwelijks merkbare
glimlachje harer moeder had omgekeerd. "De meening der wereld zal deze
zijn, dat hij zich juist gedraagt als alle andere jongelieden. Il fait
la cour a une jeune et jolie femme, en een man, die zijn wereld kent,
mag zich daardoor slechts gestreeld gevoelen."
"Ja, ja," zeide Lewin wrevelig. "Dus gij hebt het ook bemerkt?"
"Ik niet alleen, Stiwa ook. Hij zeide dadelijk na de thee tot mij:
'je crois, que Wesslowsky fait un petit brin de cour a Kitty.'"
"Nu, dat is goed. Nu ben ik gerust. Ik zal hem het huis uitjagen,"
verzekerde Lewin.
"Wat komt je in den zin! Ben je dol?" riep zij verschrikt uit. "Bezin
je toch, Kostja," voegde zij er toen lachend bij. "Je kunt nu naar
Fanny gaan," zeide zij tot Mascha. "Neen, hoor eens, als ge wilt,
zeg ik het liever aan Stiwa. Hij zal hem wel met goed fatsoen weg
zien te krijgen. Hij kan zeggen, dat gij andere gasten verwacht. Hij
past trouwens ook niet in ons huis."
"Neen, neen! Ik wil er zelf voor zorgen."
"Maar gij zult met hem in twist geraken!"
"Volstrekt n
|