"Bizonder is mij het terrein voor de inrijpoort bevallen. Is dat
vroeger ook zoo geweest?"
"O neen," zeide hij, terwijl zijn gelaat van genoegen verhelderde:
"Dit terrein hadt gij in het voorjaar eens moeten zien."
En nu begon hij, eerst terughoudend, maar spoedig meer ongedwongen,
haar op verscheiden bizonderheden van huis en tuin opmerkzaam te
maken. Men zag, dat het hem, nadat hij zooveel zorg aan de verfraaiing
van zijn landgoed besteed had, nu eenigszins een behoefte was bij
zijn nieuwe bekenden daarmede te pronken, en Dolly's lof deed zijn
hart goed.
"Als ge het ziekenhuis wenscht te zien en niet reeds te vermoeid zijt,
dan is het niet ver van hier. Kom," zeide hij en zag haar in 't gelaat
om zich te overtuigen, dat het haar niet verveelde. "Gaat ge ook mee,
Anna," wendde hij zich tot deze.
"Wij gaan ook mee, niet waar?" antwoordde zij met een blik op
Swijaschsky. "Mais il ne faut pas laisser le pauvre Wesslowsky et
Tuschkewitsch se morfondre la dans le bateau. Wij moeten het hen
laten weten. Ja, dat is een gedenkteeken, dat hij zich hier opricht,"
wendde zij zich tot Dolly.
"Ja, een kostbaar werkje," bevestigde Swijaschsky, maar om niet den
schijn van vleierij tegenover Wronsky op zich te laden, voegde hij
er dadelijk een afkeurend gezegde bij: "Het verwondert mij slechts,
graaf, dat gij, die zooveel voor de gezondheid van het volk doet,
zoo onverschillig ten opzichte van de scholen zijt."
"C'est devenu tellement commun, les ecoles," antwoordde
Wronsky. "Versta mij wel, dit is bij mij niet de leidende gedachte
geweest, maar ik heb mij laten meevoeren."
De dames staken haar parasols op en sloegen een zijlaan in, die hen na
eenige kronkelingen uit den tuin bracht. Daar zag Dolly op een hoogte
een schoon, groot, bijna reeds voltooid gebouw, dat in de helle zon
schitterend uitkwam. Daarnaast werd een ander nog door den steiger
omgeven huis gebouwd, waaraan verscheiden arbeiders bezig waren.
"Het werk gaat goed vooruit," zeide Swijaschsky. "Toen ik den laatsten
keer hier was, was er nog niets van het dak te zien."
"Tegen den herfst moet alles gereed zijn. Van binnen is reeds alles
voltooid," zeide Anna.
"Wat wordt dit hier voor een gebouw?"
"De woning voor den dokter en de apotheek," antwoordde Wronsky en
voerde de dames naar het binnenste gedeelte van het ziekenhuis.
Terwijl buiten nog aan de kroonlijsten gewerkt en de benedenste
verdieping geverfd werd, was boven reeds alles ingericht.
|