FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468  
469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   >>   >|  
men toch niet anders als een verlorene kon noemen, en ondanks zijn dwepen met haar, ondanks de smart van zijn vrouw, ondanks al deze omstandigheden kon hij slapen, rustig slapen! Tegen den morgen deden hem een zachte aanraking aan den schouder en een fluisterende stem ontwaken. Kitty wijfelde, omdat zij het jammer vond hem te wekken, en toch wilde zij gaarne met hem spreken. "Kostja, schrik niet! Het is niets! Maar het schijnt.... Wij moeten naar Lisaweta Petrowna zenden...." Er brandde een licht. Zij zat op het bed en hield een haakwerk in de hand, waarmede zij zich in den laatsten tijd had bezig gehouden. "Ik bid u, schrik niet. Ik ben volstrekt niet bang!" zeide zij toen zij zijn verschrikt gelaat zag en zij drukte zijn hand aan haar borst en aan haar lippen. Nauwelijks wetende, wat hij deed, sprong hij snel het bed uit en schoot zijn chambercloak aan zonder de oogen van haar af te wenden. Hij wilde gaan, maar kon zich niet van haar losrukken. Zij had er reeds dikwijls met hem over gesproken, maar zoo bezorgd had hij haar nog niet gezien. Hoe afschuwelijk, hoe laag scheen hij zich zelf toe, nu hij aan de smart dacht, die hij haar gisteren veroorzaakt had, en hoe nietig en onbeduidend scheen hem nu dat alles in vergelijking van haar, en den toestand, waarin zij zich nu bevond. Haar verhit gelaat, omgeven door lokken, die uit de muts te voorschijn kwamen, straalde van blijmoedige vastberadenheid. Hoe weinig onnatuurlijkheid ook steeds in Kitty's karakter gelegen had, nu elke sluier wegviel, was hij er door getroffen, hoe klaar de kern van haar wezen uit haar oogen sprak. Zij zag hem glimlachend aan, maar plotseling trok zij de wenkbrauwen omhoog, hief het hoofd op en hem snel naderend, greep zij zijn hand en drukte zich vast tegen hem aan, terwijl zij hem met gloeienden adem overstroomde. Zij leed en scheen hem haar lijden te klagen. En in het eerste oogenblik scheen het hem uit gewoonte toe, dat hij er schuld aan had. Maar haar oogen vol teederheid zeiden hem niet alleen, dat zij hem niet aanklaagde, maar ook, dat zij hem liefhad wegens dit lijden. "Als ik geen schuld heb, wie dan?" dacht hij, onwillekeurig naar een schuldige zoekend om hem te bestraffen; maar er was geen schuldige. Zij leed, klaagde over deze smart, maar verhief zich er boven, verheugde zich er over en was er trotsch op. Hij zag, dat er in haar ziel iets verhevens omging, maar wat? Hij kon het niet begrepen, hij kon zich niet tot haar
PREV.   NEXT  
|<   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468  
469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   >>   >|  



Top keywords:

scheen

 

ondanks

 

lijden

 

schuld

 

schrik

 

schuldige

 
gelaat
 
slapen
 

drukte

 

sluier


getroffen

 
wegviel
 

straalde

 

omgeven

 
lokken
 

voorschijn

 

verhit

 
toestand
 

waarin

 

bevond


kwamen

 

karakter

 

gelegen

 
steeds
 

onnatuurlijkheid

 
blijmoedige
 

vastberadenheid

 

weinig

 

onwillekeurig

 

zoekend


liefhad

 

wegens

 

bestraffen

 

klaagde

 

verhevens

 

omging

 

begrepen

 

verhief

 

verheugde

 

trotsch


aanklaagde
 

alleen

 

naderend

 

plotseling

 

wenkbrauwen

 

omhoog

 

terwijl

 

gloeienden

 

gewoonte

 

teederheid