chuldig waren. Deze lieve jongen boezemde
hem deernis in, en hoewel hij Karenin beloofd had niet met hem over
Anna te spreken, kon hij dit toch niet nalaten.
"Herinner je uw moeder nog?" vroeg hij plotseling.
"Neen, ik herinner mij niet," antwoordde Serescha snel, werd purperrood
en sloeg de oogen neder. Verder vermocht de oom niets uit hem te halen.
Serescha's gouverneur vond een half uur later zijn kweekeling nog
bij de trap en wist niet, of hij weende of ergens over mokte.
"Heb je u gestooten of ben je gevallen?" vroeg hij. "Ik heb altijd
gezegd, dat dit een gevaarlijk spel is. Ik zal het den directeur nog
moeten zeggen."
"Als ik mij bezeerd had, zou niemand het merken; dat is wel zeker."
"Wat scheelt er dan aan?"
"Ach, laat mij! Of ik mij herinner of niet,--wat gaat hem dat
aan? Waarom zou ik mij herinneren? Laat mij met rust!" wendde hij
zich niet tot zijn gouverneur, maar tot de geheele wereld.
Dat was de laatste herinnering van den zoon aan zijn moeder.
XIV.
Stipan bracht, zooals altijd wanneer hij in Petersburg was, zijn tijd
niet werkeloos door. Buiten het afdoen van zijne ambtsgelegenheden
moest hij zich in Petersburg ook, zooals hij zich uitdrukte, herstellen
van de dompige Moskousche lucht.
Moskou was in weerwil van zijne cafes chantants en van zijn omnibussen
toch gelijk aan een stilstaand water. Dat gevoelde Oblonsky bij
elke gelegenheid. Had hij eenigen tijd in Moskou in den schoot
zijner familie doorgebracht, dan werd hij gedrukt naar lichaam en
geest en hij bespeurde, dat iets als bekrompen ploertachtigheid
hem doordrong. Duurde zulk een verblijf geruimen tijd onafgebroken
voort, dan kwam hij zelfs zoover, dat hem de ontstemming zijner vrouw
verontrustte, dat hij zich over de gezondheid en opvoeding zijner
kinderen, over allerlei kleine beuzelingen en zelfs over zijn schulden
bekommerde. Maar nauwelijks was hij te Petersburg en verkeerde hij in
den kring, waarin hij leefde en niet vegeteerde, dan verdwenen dadelijk
al de bedenkingen en bezwaren; zij versmolten als was voor het vuur.
Zijn vrouw ...? Nog heden had hij met vorst Tschatschenky gesproken;
deze had ook een vrouw en reeds volwassen kinderen, zoons in het
pagecorps, maar hij had daarbij nog een andere, illegitime familie,
met verscheiden kinderen; en hij had in deze familie ook zijn oudsten
wettigen zoon ingeleid en achtte dat voor de ontwikkeling van zijn
zoon zeer geschikt. Wat zou men van iets dergelijks i
|