FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482  
483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   >>   >|  
echts een oogenblik stil, om weder zijn vader vragend aan te zien, en verliet toen de kamer met snelle schreden. Er was een jaar verloopen sedert Serescha zijn moeder het laatst had gezien. Na dien tijd had hij niets meer van haar vernomen. In hetzelfde jaar was hij op school gekomen en leerde hij zijn makkers kennen en liefhebben. De droomen en herinneringen, die met zijn moeder in betrekking stonden, hielden hem na zijn ziekte niet meer bezig en hij beijverde zich zelfs zich er tegen te verzetten, daar hij er zich voor schaamde, dewijl hij ze wel gepast vond voor een meisje, maar niet voor een jongen, die reeds de school bezocht. Hij wist, dat tusschen zijn vader en zijn moeder eene oneenigheid was ontstaan, tengevolge waarvan zij gescheiden waren, en hij trachtte zich aan deze daadzaak te gewennen. Toen hij zijn oom zag, die op zijn moeder geleek, werd het hem onbehagelijk te moede, want het deed in hem herinneringen ontwaken, waarvoor hij zich schaamde. Het was hem te onaangenamer, omdat hij uit eenige woorden, die hij toen hij aan de deur wachtte gehoord had, en uit de houding van vader en oom kon opmaken, dat juist over zijn moeder was gesproken. En om zijn vader niet te veroordeelen, met wien hij leefde en van wien hij afhing, vooral echter om zich niet aan zijn gevoeligheid over te geven, die hij vernederend achtte, poogde hij dien oom, die gekomen was om zijn rust te verstoren, niet aan te zien en niet aan datgene te denken, waaraan hij hem herinnerde. Maar toen Stipan Arkadiewitsch, die kort na hem heenging, hem buiten op de trap inhaalde, hem bij zich riep en vroeg, hoe hij in de school de tusschenuren doorbracht, liet zich Serescha, omdat hem de tegenwoordigheid zijns vaders niet stoorde, met hem in een gesprek in. "Wij spelen nu altijd spoorweg," antwoordde hij. "Ziet u, dat wordt zoo gedaan: Twee gaan op een bank zitten, dat zijn de passagiers, en een staat op den bank, de anderen spannen zich er voor. of alleen met de handen of met de gordelriemen. En dan gaat het door alle kamers. De deuren zijn al vooraf opengezet. Het moeilijkste is het daarbij conducteur te zijn." "Dat is zeker degene die staat?" vroeg Stipan lachend. "Ja, daarbij moet men onbevreesd en vlug zijn, vooral als de anderen plotseling stilhouden of als iemand valt." "Ja, dat is geen gekheid," zeide Oblonsky en zag treurig in deze levendige oogen, die geheel aan de moeder herinnerden, maar die niet meer geheel kinderlijk ons
PREV.   NEXT  
|<   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482  
483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   >>   >|  



Top keywords:

moeder

 

school

 

schaamde

 

anderen

 

daarbij

 

geheel

 
Stipan
 
vooral
 

herinneringen

 

gekomen


Serescha

 
antwoordde
 

altijd

 

spelen

 
spoorweg
 

gedaan

 

passagiers

 
zitten
 

snelle

 

vaders


buiten

 

inhaalde

 

heenging

 
Arkadiewitsch
 

schreden

 
verliet
 

stoorde

 

tegenwoordigheid

 

tusschenuren

 

doorbracht


gesprek

 

alleen

 

plotseling

 

stilhouden

 

iemand

 

oogenblik

 

onbevreesd

 

gekheid

 

herinnerden

 

kinderlijk


levendige
 

Oblonsky

 

treurig

 

lachend

 

kamers

 

deuren

 

herinnerde

 

handen

 

gordelriemen

 

vooraf