dia Iwanowna zagen elkander veelbeteekenend
aan en de lectuur begon.
XVI.
Stipan Arkadiewitsch was volkomen neergedrukt door deze geheel
nieuwe en nimmer gehoorde redeneeringen. In het algemeen werkte het
bonte Petersburger leven zeer opwekkend op hem, maar hij beminde en
begreep het slechts in de sferen, waartoe hij behoorde en die hem
bekend waren; in deze hem vreemde sfeer daarentegen gevoelde hij
zich beklemd, verlegen en begreep hij niets. Bij het aanhooren van
de lectuur der gravin en, terwijl hij Landau's naieven of guitigen
blik--hij wist niet welke de beteekenis was--op zich zag gevestigd,
begon hij spoedig een eigenaardige zwaarte in het hoofd te gevoelen.
De meest verschillende gedachten dwarrelden door zijn hersenen:
"Marie Sawin verheugt zich er over, dat haar kind dood is.... Nu
zou het aangenaam zijn eens te rooken ... om gered te worden behoeft
men slechts te gelooven; de monniken weten er niets van hoe men dat
aanvangt, maar gravin Lydia Iwanowna weet het.--Waarvan heb ik nu deze
zwaarte in het hoofd? Van den cognac of omdat alles hier zoo zonderling
is? Tot hiertoe, dunkt mij, heb ik mij goed gehouden, ik kan haar nu
niet meer om iets verzoeken.... Men zegt, dat zij iemand dwingen om te
bidden.... Als zij mij daartoe maar niet dwingen. Dat zou al te zot
zijn.... Welk een onzin leest zij nu eigenlijk? Maar zij heeft een
goede uitspraak.... Landau--Lessabow.... Waarom is hij een Lessabow?"
Oblonsky gevoelde onophoudelijk, dat zijn kinnebakken zich wilden
openen om te geeuwen. Hij streek over zijn baard om zijn geeuwen
te verbergen en trachtte zich te bedwingen. Maar onmiddelijk daarop
bemerkte hij, dat hij al sliep en juist wilde beginnen te snorken. Hij
kwam op hetzelfde oogenblik tot zich zelf, toen hij de stem der gravin
hoorde zeggen: "Hij slaapt."
Stipan Arkadiewitsch verschrok en kwam tot bezinning. Hij zag zich
betrapt en gevoelde zich schuldig. Maar hij stelde zich dadelijk
gerust toen hij bemerkte, dat de woorden "hij slaapt" niet hem, maar
Landau hadden gegolden. De Franschman was even als Oblonsky ingeslapen,
maar deze slaap werd door zijn geloovige vrienden, vooral door gravin
Lydia met eerbied als iets verhevens beschouwd.
"Mon ami," zeide zij fluisterend om den slapende niet te storen,
terwijl zij behoedzaam de plooien van haar kleed opnam, tot
Karenin--"mon ami, donnez lui la main. Vous voyez.... St!" fluisterde
zij den juist weer binnenkomenden bediende toe: "er wor
|