verschrikkelijk hem aan
te zien. Hij sprak geen woord en snelde heen. Ik weet niet wat daar
geschied is, maar men bracht hem als dood naar huis. Ik herkende hem
nauwelijks. Daarop greep hem een soort van razernij aan. Maar hoe
zou ik het kunnen verhalen? Het was een ontzettende tijd. Neen, wat
men ook zeggen mag, zij was een slechte vrouw. Wat moet men zeggen,
van zulke wanhopige harstochten? Zij heeft daardoor zich zelf en twee
voortreffelijke menschen, haar echtgenoot en mijn ongelukkigen zoon
te gronde gericht.
"Wat heeft Karenin gedaan?"
"Hij heeft het dochtertje tot zich genomen. Mijn Alaescha stemde in het
begin in alles toe; maar nu grieft het hem verschrikkelijk, dat hij
zijn kind aan een vreemden man heeft overgelaten. Maar hij kan zijn
woord niet terugnemen. Karenin was voor de begrafenis overgekomen, maar
wij maakten, dat hij en Alaescha elkander niet ontmoetten. Voor hem,
haar echtgenoot, is het zoo het best. Hij is van haar bevrijd. Maar
mijn arme zoon heeft zich geheel aan haar overgegeven; alles heeft hij
voor haar opgeofferd, zijn carriere en mij, zijne moeder, maar toch
heeft zij geen mededoogen met hem gehad, maar moest hem opzettelijk
te gronde richten. Neen, wat men ook zeggen mag: haar dood was die
eener afschuwelijke vrouw, eener vrouw zonder godsdienst. God moge
het haar vergeven, maar ik moet haar aandenken haten, daar ik den
ondergang mijns zoons voor oogen heb."
"Hoe is hij nu?"
"Deze Servische oorlog heeft God ons beschikt, want die is zijn
redding! Ik ben al oud en begrijp van den staatkundigen toestand niet
veel; men zegt: ce n'est pas tres bien vu a Petersbourg, en als moeder
vrees ik voor zijn veiligheid; maar wat te doen? Dat alleen kon hem
nog weer tot leven wekken en oprichten. Jawschin, zijn vriend, heeft
alles verspeeld en zich ook naar Servie begeven. Deze kwam bij hem
en heeft hem overreed. Dat dwingt hem nu ten minste tot inspanning
en werkzaamheid. Ach, ik bid u, spreek eens met hem; ik wilde zoo
gaarne, dat hij eenige afleiding had. Hij is zoo somber. Hij zal u
gaarne zien. Ik bid u, spreek hem eens aan. Hij gaat aan de andere
zijde op en neer."
Sergej Iwanowitsch begaf zich naar de andere zijde van den trein.
Tusschen de pakken en kisten, die op het perron lagen opgestapeld,
ging Wronsky in zijn lange paletot, met de handen in de zakken, als een
dier in de kooi, op en neder, terwijl hij steeds op twintig passen snel
terugkeerde. Toen Sergej Iwanowitsch hem naderde
|