zeide Lisaweta Petrowna.
Lewin zuchtte. Dat schoone kind met zijn waggelend hoofdje boezemde
nog slechts een gevoel van medelijden in. Plotseling vertrok het
zijn gezichtje en niesde. Lisaweta legde het kind in Kitty's arm;
deze lachte van geluk: het kind had de borst genomen.
Lewin had, na zijn vrouw gekust te hebben, de donkere kamer verlaten.
Datgene, wat hij voor dit kind gevoelde, was iets geheel anders dan
hij verwacht had; in dit gevoel was niets vroolijks; integendeel
veeleer iets, dat hem kwelde en beangstigde. Het was de bewustheid
hier in dit kind een nieuwe licht kwetsbare zijde verkregen te
hebben; en dit bewustzijn was in den eersten tijd zoo hinderlijk,
de angst dit hulpelooze schepseltje te zien lijden zoo groot, dat
hij zich niet kon verheugen; slechts had hem een gevoel van trots
vervuld op het oogenblik dat het kind niesde. Maar Kitty beminde hij
nu in zulk eene mate, dat zijn vroegere liefde voor haar hem nu als
onverschilligheid voorkwam.
XII.
Stipan Arkadiewitsch bevond zich weder in geldverlegenheid. De eerste
twee derde gedeelten van de som, die hij voor het hout ontvangen had,
was reeds verbruikt en ook het laatste derde gedeelte, na aftrek van
tien procent, door den kooper vooruit betaald geworden; meer was van
dezen niet te bekomen. Zijn inkomen als beambte ging geheel weg voor
de huiselijke uitgaven en voor de betaling der niet ophoudende kleine
schulden. Derhalve was er geen geld meer voorhanden.
Dat was onaangenaam, zelfs zeer lastig, en het mocht, dacht
Stipan, niet verder gaan. De oorzaak hiervan was, zooals hij
meende, in zijn geringe bezoldiging gelegen. Voor vijf jaar was
zijn ambtsbetrekking nog blijkbaar een goede geweest, maar nu niet
meer. Petrow, de directeur eener bank, had twaalfduizend roebel vast
tractement, Swentitzky had, als medelid eener aandeelen-maatschappij,
zeventienduizend, Mitin, de grondvester eener bank, had zelfs vijftig
duizend.
"Het is duidelijk; ik ben ingeslapen of men heeft mij vergeten," dacht
Oblonsky en begon nu rond te zien, en inderdaad, tegen het einde van
den winter vond hij een betrekking en wendde pogingen aan, eerst van
Moskou uit door zijn oom, zijn tantes en zijn vrienden, en later,
toen de zaak zoover rijp was, in het voorjaar, reisde hij zelf naar
Petersburg. Het was een van die betrekkingen zooals er meer waren,
die van een tot vijftigduizend roebel inkomen meer gaven, dan de
vroegere vette prebenden met afwisselende v
|