or den toestroom van het "Tscherbatzkysche
element" met vernietiging bedreigd werd. Van zijn eigen familie
bezocht hem dezen zomer slechts zijn broeder Sergej Iwanowitsch; maar
ook hij was in zijn hart geen Lewin, maar een Kosnischew, zoodat het
Lewinsche element geheel onderlag.
In Lewins huis, dat zoo lang ledig was geweest, waren nu zooveel
menschen, dat bijna alle kamers bezet waren, en bijna elken dag
moest de oude vorstin, voor zij aan tafel ging zitten, de hoofden
tellen om het dertiende kleinkind aan een afzonderlijke tafel te
plaatsen. Ook Kitty, die zich zeer druk maakte met de huishouding,
had moeite genoeg al de hoenders, kalkoenen en eenden te verschaffen,
die de goede eetlust harer gasten zoozeer behoefde.
Terwijl de kinderen in de kamer thee dronken, zaten de volwassenen
op het balkon.
"Gij kunt er op aan, wat ik u zeg. Alexander komt niet mee," zeide
de oude vorstin.
Men verwachtte namelijk met den avondtrein Stipan Arkadiewitsch,
en de oude vorst had geschreven, dat hij misschien mede zou komen.
"En waarom?" ging de oude dame voort. "Hij zegt, dat men jonggetrouwden
aan zich zelf moet overlaten."
"Papa heeft ons reeds genoeg alleen gelaten; hij is nog nooit hier
geweest," zeide Kitty. "En welk een jong echtpaar zijn wij? We zijn
reeds oud genoeg."
"Maar wanneer hij niet komt, dan neem ik ook afscheid, kinderen,"
zei de oude vorstin met bekommerde zucht.
"Waar denkt ge aan, mama!" vielen haar nu haar dochters aan.
"Bedenkt toch, hoe het hem, nu hij alleen is, te moede moet zijn! Want
nu...." En plotseling, geheel onverwachts begon de stem der vorstin
te beven. De dochters zwegen en zagen elkander aan. "Mama haalt
zich altijd treurige dingen in 't hoofd," spraken haar blikken. Zij
wisten niet, dat, hoe behagelijk zich de vorstin ook bij haar dochter
gevoelde en hoewel zij haar aanwezigheid hier voor noodig hield,
het haar en haar man treurig te moede was, sedert ook haar laatste,
haar lievelingsdochter getrouwd was en haar familienest zoo geheel
was verlaten.
"Wat wilt ge, Agasija Michailowna?" vroeg Kitty plotseling aan de
met een geheimzinnig en gewichtig gelaat naast haar staande keukenmeid.
"Over het avondeten...."
"Ach, is het al weer zoo laat," zeide Dolly. "Ga gij nu heen om er voor
te zorgen, dan zal ik intusschen met Grischa de les repeteeren. Hij
is vandaag lui geweest."
"Dat is me ook een les! Neen, Dolly, ik zal gaan," riep Lewin
opspringende.
Grischa, die op
|