akkelijk zou zijn haar zoon te zien.
Reeds twee dagen was zij in Petersburg geweest en de gedachte aan haar
zoon had haar geen oogenblik verlaten, maar nog had zij hem nergens
gezien. Hem in zijn huis te bezoeken, waar zij Alexei Alexandrowitsch
zou kunnen ontmoeten, daar had zij het recht niet toe. Men zou haar
kunnen afwijzen en beleedigen. Aan haar man te schrijven was haar
een kwellende gedachte. Haar zoon eens toevallig op een wandeling te
ontmoeten was haar niet voldoende; zij had zich zoo op dit weerzien
voorbereid, zij had hem zooveel te zeggen, zij wilde hem omarmen en
kussen! Serescha's oude kindermeid had haar met raad en daad kunnen
bijstaan, maar deze woonde niet meer bij Karenin. Met dergelijke
overleggingen waren twee dagen voorbijgegaan.
Den derden dag eindelijk, nadat zij de betrekking tusschen gravin Lydia
Iwanowna en Alexei Alexandrowitsch vernomen had, besloot zij aan deze
een brief te schrijven, die haar zeer veel zelfbeheersching kostte en
waarin zij met opzet liet doorschemeren, dat de toestemming om haar
zoon te zien van de grootmoedigheid van Alexei Alexandrowitsch zou
afhangen, want zij wist, dat, indien hem deze brief in handen kwam,
hij niet zou kunnen weigeren zijn begonnen grootmoedige rol te spelen.
De bode had haar het minst verwachte en wreedste bericht teruggebracht,
dat zij geen antwoord zou ontvangen. Dat vond zij verschrikkelijk. Nog
nooit had zij zich zoo vernederd gevoeld als bij het verhaal van den
bode van zijn ontvangst, zijn lang wachten en het eindelijk ontvangen
bericht, dat men geen antwoord zou geven; maar zij begreep, dat de
gravin van haar standpunt gelijk had. Haar smart was des te grooter,
nu zij die alleen moest dragen; zij kon en wilde die Wronsky niet
mededeelen. Zij wist, dat voor hem, die toch de hoofdoorzaak van haar
ongeluk was, een ontmoeting met haar zoon van weinig belang was; zij
wist, dat hij nooit in staat zou zijn haar gevoel te begrijpen; zij
wist, dat zij hem haten zou om den koelen toon, waarop hij hiervan zou
spreken, en dit vreesde zij het allermeest en hield het zorgvuldig voor
hem geheim. Zij bleef den geheelen dag thuis en peinsde op middelen om
haar zoon te kunnen zien. Eindelijk besloot zij aan haar man zelf te
schrijven. Zij had den brief reeds af, toen haar een brief van gravin
Lydia gebracht werd. Had het zwijgen der gravin haar vernederd, de
brief en alles, wat zij tusschen de regels las, beleedigde en griefde
haar zoo zeer, deze boosaar
|