FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238  
239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   >>   >|  
eze toestand moet ophouden en ik moet mijn leven geheel aan uw geluk kunnen wijden." "Waarom zegt ge mij dat? Heb ik daaraan dan getwijfeld? Had ik daaraan kunnen twijfelen...." "Wie gaat daar?" vroeg Wronsky plotseling; hij zag twee dames naderen: "wellicht zijn het bekenden!" En hij sloeg haastig met haar een zijpad in. "Och, mij is dat geheel onverschillig!" zeide zij. Haar lippen beefden en het kwam hem voor, alsof haar oogen met een geheel bizondere verstoordheid van achter haar sluier hem aanstaarden. "Derhalve, zooals ik gezegd heb, dat is het niet, daaraan valt in het geheel niet te twijfelen. Maar zie toch, wat hij schrijft. Lees het!" Zij bleef staan. Toen hij den brief had gelezen, zag hij tot haar op, maar in zijn blik ontbrak de vastberadenheid. Zij leidde daaruit af, dat hij reeds vooraf bij zich zelf deswege zijn overleggingen gemaakt had; zij wist, dat hij, wat hij haar ook zeggen mocht, toch niet alles zou zeggen, wat hij dacht, en zij besefte, dat zij in haar laatste hoop was bedrogen. En dat had zij niet verwacht. "Gij ziet, welk een soort van mensch hij is," zeide zij met bevende stem.--"Hij...." "Vergeef mij," viel Wronsky haar in de rede: "Ik verheug me daarover ... om Godswil, laat mij toch eerst uitspreken," voegde hij er bij, haar een bezorgden blik toewerpend. "Ik verheug me er over, omdat het niet zijn kan, omdat het onmogelijk zoo blijven kan, als hij het zich denkt...." "Waarom toch kan het niet?" vroeg Anna, haar tranen nog terughoudend; zij hechtte reeds aan hetgeen hij antwoorden zou volstrekt geen waarde meer. Zij besefte, dat haar noodlot was beslist. Wronsky wilde zeggen, dat na het duel, dat naar zijn meening onvermijdelijk was, de zaak zich geheel anders kon ontwikkelen, maar hij zeide wat anders. "Het kan zoo niet blijven! Ik hoop, dat ge nu vrij van hem worden zult.--Ik hoop het...." Hij werd verlegen en bloosde--"en hoop, dat ge mij zult veroorloven dan ons verder leven in te richten en daarover na te denken. Morgen...." Maar zij liet hem niet uitspreken. "En mijn zoon?" riep zij uit, "gij ziet toch, wat hij schrijft; ik moet hem verlaten en dat wil en kan ik niet!" "Maar om Godswil, wat is dan beter, den zoon opgeven of in dezen vernederenden toestand blijven?" "Vernederend? Voor wien?" "Voor ons allen, het meest voor u." "Vernederend zegt gij? Zeg dat niet. Zulke woorden hebben voor mij geen zin," zeide zij met bevende stem. Hij moest nu geen onw
PREV.   NEXT  
|<   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238  
239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   >>   >|  



Top keywords:

geheel

 

Wronsky

 
zeggen
 

blijven

 
daaraan
 

anders

 

uitspreken

 
schrijft
 

besefte

 

Godswil


kunnen

 

twijfelen

 

daarover

 
Waarom
 

verheug

 

toestand

 
bevende
 

Vernederend

 

voegde

 

waarde


antwoorden
 

volstrekt

 
terughoudend
 
tranen
 

onmogelijk

 
hechtte
 

bezorgden

 

toewerpend

 

hetgeen

 

vernederenden


opgeven

 

verlaten

 

hebben

 
woorden
 

onvermijdelijk

 

ontwikkelen

 

meening

 

beslist

 

richten

 

denken


Morgen

 

verder

 
veroorloven
 

worden

 

verlegen

 

bloosde

 

noodlot

 

gemaakt

 

beefden

 
lippen