hew binnen. In het salon bevonden zich reeds vorst
Tscherbatzky, de vader, en de jonge Tscherbatzky, verder Turowzin,
Stipans metgezel bij zijn drinkgelagen, een goedhartige jonkman van
vijf en twintig jaren, en Kitty.
Stipan zag dadelijk, dat in het salon niet alles in orde was. Darja
Alexandrowna, in haar grijs zijden paradekleed, was blijkbaar
bekommerd, omdat de kinderen in hun kamer alleen moesten eten, en ook,
omdat haar man zoolang uitbleef. Zij verstond het niet het gezelschap
naar behooren te vermengen. Allen zaten, volgens de uitdrukking van
den ouden vorst, als poppenvrouwtjes op een visite, in het onzekere
waarom zij eigenlijk hierheen geraakt waren, en zij persten er eenige
woorden uit om niet geheel te zwijgen. De goedhartige Turowzin gevoelde
zich blijkbaar niet op zijn plaats, en het lachen zijner dikke lippen,
toen Stipan binnen kwam, scheen te zeggen: "Nu, vriendje, hier heb je
mij onder pleizierige lui geplakt! In het Chateau de fleurs behoor
ik beter thuis!"--De oude vorst zat daar zwijgend en beschouwde met
zijn kleine oogen van ter zijde Karenin, en Stipan zag het hem aan,
dat hij reeds een kwinkslag had uitgedacht, waardoor hij dezen grooten
staatsman wilde stempelen.--Kitty keek naar de deur en verzamelde
al haar krachten om bij het binnenkomen van Constantin Lewin niet
te blozen. De jonge Tscherbatzky, dien men verzuimd had aan Karenin
voor te stellen, beijverde zich te toonen, dat hij zich deswege niet
geneerde, en Karenin zelf was, naar Petersburgsche zeden, als dames
aan het diner deel nemen, in rok en witte das verschenen. Stipan zag
het hem aan, dat hij slechts gekomen was om zijn woord te houden en
dat hij met zijn aanwezigheid in dit gezelschap een zwaren plicht
vervulde. Hij droeg ook de schuld van de kilheid, die alle gasten
tot aan Stipans komst bevangen hield.
Bij zijn intrede in het salon verontschuldigde Stipan zich met
de verklaring, dat hij door zekeren vorst lang was opgehouden
(deze was de bestendige zondenbok zoo dikwijls hij zich verlaatte)
en toen stelde hij in een oogenblik allen aan elkander voor: Alexei
Alexandrowitsch bracht hij bij Sergej Kosnischew en gaf hun tot thema
de Russificeering van Polen, waarover zij terstond met Peszow in
gesprek geraakten. Terwijl hij daarop Turowzin op den schouder klopte,
fluisterde iemand hem iets zots in en zette hem tusschen zijn vrouw en
den ouden vorst. Daarop zeide hij tot Kitty, dat zij er heden bizonder
goed uitzag en stelde de
|