FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296  
297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   >>   >|  
en bestreed zijn schuchterheid. "Ik hoop, dat ge mij zult gelooven, dat ik mijn zuster lief heb en jegens haar de oprechtste achting en gehechtheid koester." Alexei Alexandrowitsch bleef staan, maar antwoordde niets. De uitdrukking van volkomen offervaardigheid op zijn gelaat maakte echter op Stipan Arkadiewitsch een diepen indruk. "Ik was voornemens met je over mijn zuster en uw wederzijdsche verhouding te spreken," zeide hij, nog steeds niet geheel meester over zijn verlegenheid. Karenin lachte weemoedig, zag zijn zwager aan en zonder te antwoorden ging hij naar de schrijftafel, nam een begonnen brief op en reikte dien Stipan over. "Ik denk er onophoudelijk aan," zeide hij daarbij, "en ben reeds begonnen het schriftelijk uiteen te zetten, omdat ik dacht, dat dit beter was, want mijn tegenwoordigheid windt haar op." Stipan nam verrast den brief aan, zag de matte oogen, die zoo onafgewend op hem gericht waren, en begon te lezen: "Ik zie, dat mijn tegenwoordigheid u lastig is. Hoe smartelijk het mij ook is daarvan overtuigd te zijn, zie ik toch, dat het zoo is en niet anders zijn kan. Ik wil u niet aanklagen, en God is mijn getuige, dat ik, toen ik u in uw ziekte zag, van ganscher harte besloten had al het tusschen ons voorgevallene te vergeven en een nieuw leven te beginnen. Daar heb ik geen berouw over en zal er ook geen berouw over hebben; maar ik zie, dat ik het daardoor beoogde doel, uw welzijn, het geluk uwer ziel, niet bereiken kan. Zeg mij nu zelf, wat u het geluk en de rust uws harten kan wedergeven. Ik zal mij geheel aan uw wil en rechtsgevoel onderwerpen." Stipan Arkadiewitsch gaf den brief terug en zag zijn zwager twijfelachtig aan, daar hij niet wist, wat hij zeggen zou. Dit zwijgen werd beiden zoo onbehagelijk, dat Stipans lippen begonnen te beven, terwijl zijn blik op Alexei Alexandrowitsch bleef hechten. "Dat is het, wat ik je zeggen wilde," sprak deze eindelijk en wendde zich af. "Ja, ja," zeide Stipan, zonder in staat te zijn verder te spreken, want de aandoening beklemde zijn keel. "Ja, ja, ik begrijp dat...." bracht hij er eindelijk uit. "Ik wensch slechts, haar wil te vernemen," zeide Alexei. "Ik vrees, dat zij zelf geen klaar begrip van haar toestand heeft. Zij kan hier geen rechter zijn," antwoordde Stipan eindelijk weer zich zelf meester. "Zij gevoelt zich bedrukt, werkelijk bedrukt door je edelmoedigheid. Als zij dezen brief ontvangt, zal zij de kracht niet hebben iets
PREV.   NEXT  
|<   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296  
297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   >>   >|  



Top keywords:

Stipan

 

begonnen

 
eindelijk
 

Alexei

 

Alexandrowitsch

 
meester
 
geheel
 
zeggen
 

zuster

 

zwager


zonder
 

bedrukt

 

berouw

 
spreken
 
hebben
 
Arkadiewitsch
 
tegenwoordigheid
 

antwoordde

 

onderwerpen

 
twijfelachtig

rechtsgevoel

 

zwijgen

 

beoogde

 

welzijn

 

daardoor

 
bestreed
 

beginnen

 

harten

 

beiden

 

bereiken


wedergeven

 

hechten

 
vernemen
 

slechts

 

wensch

 

begrijp

 

bracht

 
begrip
 

edelmoedigheid

 

werkelijk


gevoelt

 

rechter

 

toestand

 

beklemde

 

terwijl

 
Stipans
 
lippen
 

kracht

 

verder

 

aandoening