kracht
weer, en de schets hield op iets vaags, iets levenloos te zijn,
maar werd bezield en begon te leven. Hij lachte van genoegen. Toen
hij bezig was met zorg zijn teekening te voltooien, bracht men hem
de beide kaartjes.
"Ik kom dadelijk," antwoordde hij.
Toen trad hij bij zijn vrouw binnen.
"Kom, Sacha, wees niet boos," zeide hij met een teederen, maar tevens
verlegen glimlach, "jij hebt ongelijk gehad en ik ook. Ik zal de
zaken wel regelen." En toen hij met zijn vrouw verzoend was, trok
hij een olijfkleurige paletot met fluweelen kraag aan, nam zijn hoed
en begaf zich naar het atelier, geheel vervuld van het bezoek dezer
aanzienlijke Russische personages, die met equipage gekomen waren om
zijn schilderij te zien.
Zijn opinie omtrent de schilderij, die er was tentoongesteld,
kon men aldus samenvatten: Niemand is in staat een dergelijke te
vervaardigen. Niet dat hij ze boven de stukken van Raphael stelde,
maar hij was overtuigd, dat hij er alles in had gelegd, wat hij er in
leggen wilde, en daagde anderen uit hetzelfde te doen. Evenwel, ondanks
deze overtuiging, die voor hem dagteekende van het uur dat hij aan
het werk begonnen was, hechtte hij een uiterst groot gewicht aan het
oordeel van het publiek, en de verwachting van dit oordeel ontroerde
hem tot in het diepst zijner ziel. Hij schreef aan zijn critici
een diepte van blik toe, die hij zelf niet bezat, en verwachtte,
dat zij in zijn schilderij nieuwe hoedanigheden zouden ontdekken,
die hij er nog niet in had opgemerkt. Terwijl hij met groote stappen
naderde, werd hij ondanks zijn overpeinzingen getroffen door de zacht
verlichte verschijning van Anna, die met Golinitschef pratende in de
schaduw van het portaal stond en naar den naderenden kunstenaar keek,
dien zij uit de verte trachtte op te nemen. Zonder er zich zelf van
bewust te zijn, bergde deze terstond dien indruk in het een of andere
hoekje van zijn hersenen om er zich mettertijd van te bedienen evenals
van de kin van zijn sigaren-koopman.
De bezoekers, die reeds ten opzichte van Michailof teleurgesteld
waren door de verhalen van Golinitschef, werden het nog meer door het
voorkomen van den schilder. Middelmatig en gedrongen van gestalte,
bracht Michailof met zijn gejaagden gang, zijn kastanjebruinen hoed,
zijn olijfkleurige paletot en zijn nauwe, ouderwetsche pantalon een
indruk te weeg, die door de alledaagschheid van zijn lang gezicht en de
mengeling van verlegenheid en gemaakte waardigheid n
|