wikkeling had bereikt.
Terwijl Lewin schreef, dacht Kitty aan zijn vreemde houding in den
vooravond van hun vertrek van Moskou, toen de jonge prins Tscharsky
haar met weinig tact een beetje het hof maakte. "Hij is jaloersch,"
dacht zij. "Mijn hemel, wat is hij verstandig en dwaas! Indien hij
eens wist, welk een indruk zij allen op mij maken! Juist als Peter de
kok!" En zij wierp een eigenaardigen blik als eigenares op den forschen
nek en hals van haar echtgenoot. "'t Is jammer hem te storen, maar hij
zal den tijd hebben om later te werken; ik wil zijn gezicht zien; zal
hij voelen dat ik hem bekijk? Ik wil, dat hij zich omkeert...." En zij
opende zeer wijd de oogen, als om meer kracht aan haar blik te geven.
"Ja, zij trekken de beste sappen tot zich en geven een valschen schijn
van rijkdom," mompelde Lewin, terwijl hij de pen neerlegde en gevoelde,
dat de blik zijner vrouw op hem was gevestigd. Hij keerde zich om:
"Wat is het?" vroeg hij opstaande met een glimlach.
"Hij heeft zich omgekeerd," dacht zij.--"Niets, ik wilde dat ge u
zoudt omkeeren," en zij zag hem aan om te weten, of hij ontevreden was,
dat zij hem gestoord had.
"Wat is het goed met ons beiden te zijn! Voor mij ten minste," zeide
hij en naderde haar, terwijl zijn gelaat straalde van geluk.
"Ik bevind me hier zoo goed, dat ik volstrekt niet meer van hier zal
gaan, vooral niet naar Moskou."
"Waar dacht je aan?"
"Ik! ik dacht.... Neen, neen, ga maar schrijven, laat je niet
aftrekken," antwoordde zij even pruilend den mond vertrekkend. "Kijk,
ik moet nu al deze knoopsgaten knippen."
En zij nam haar borduurschaartje.
"Neen, zeg mij waar je aan denkt," hernam hij zich bij haar
nederzettend en volgde de bewegingen van haar kleine schaar.
"Waaraan ik dacht? Aan Moskou en aan u."
"Wat heb ik gedaan om dat geluk te verdienen? Het is niet natuurlijk,"
zeide hij haar de hand kussende.
"En ik, hoe gelukkiger ik ben, hoe meer ik dat natuurlijk vind."
"Hier is een haarlokje los," zeide hij, haar hoofd voorzichtig een
weinig ter zijde draaiend.
"Een haarlokje? Laat het maar zitten; wij houden ons met ernstige
zaken bezig."
Maar zij werden in hun ernstige zaken gestoord, en toen Kosma de
thee kwam aankondigen, verwijderden zij zich snel van elkander als
betrapte schuldigen.
Toen hij alleen was gebleven, bergde Lewin zijn beschreven papier in
een vloeiboek, dat zijn vrouw had gekocht, waschte toen zijn handen in
een elegante waschkom, d
|