FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347  
348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   >>   >|  
okter Nichael Wassilitsch; de kanselarijchef was een braaf, verstandig en hoogzedelijk mensch, hij was aan Karenin gehecht, maar een vijfjarige gemeenschappelijke dienstwerkzaamheid had voor alle hartelijke en intieme verklaringen tusschen hem een grens geplaatst. Ook de dokter was hem persoonlijk genegen, maar zij waren beiden reeds lang tot de stilzwijgende erkentenis gekomen, dat zij beiden te zeer met bezigheden waren overladen om voor iets anders tijd over te hebben. Aan zijn vriendinnen en zelfs aan de eerste onder haar, gravin Lydia Iwanowna, dacht Alexei Alexandrowitsch in het geheel niet. Alle vrouwen, juist omdat zij vrouwen waren, stieten hem af. XXXV. Alexei Alexandrowitsch had gravin Lydia Iwanowna vergeten, maar zij hem niet. In deze moeielijke oogenblikken zijner verlatenheid en vertwijfeling kwam zij tot hem en trad onaangediend zijn kabinet binnen. Zij vond hem nog in dezelfde houding, met het hoofd op de handen geleund. "J'ai force la consigne," zeide zij, door ijver en haastige beweging bijna buiten adem geraakt: "Ik heb alles gehoord. Alexei Alexandrowitsch! Mijn vriend!" ging zij voort en drukte zijn beide handen, terwijl zij met de schoone dwepende oogen in de zijne staarde. Alexei Alexandrowitsch stond met gefronst voorhoofd op, bevrijdde zijn handen en schoof haar een stoel toe. "Verplicht, gravin! Overigens, ik ben zeer ongesteld," en zijn lippen beefden. "Mijn vriend!" hernam zij zonder haar oogen van hem af te wenden; plotseling trok zij haar wenkbrauwen op, zoodat zij op haar voorhoofd een driehoek vormden, haar onbevallig gelaat werd nog onbevalliger, maar Karenin gevoelde, dat men hem beklaagde als een ziek lijdend kind, en dat had hij noodig. Hij greep haar hand en kuste ze. "Mijn vriend!" zeide zij met van aandoening haperende stem: "Ge moogt u niet zoo aan de droefheid overgeven. Uw leed is groot, maar ge moet troost zoeken." "Ach, gravin, ik ben verslagen, ik ben als dood, ik ben geen mensch meer!" zeide Karenin, terwijl hij haar hand losliet en haar in de met tranen gevulde oogen zag. "Mijn toestand is daarom zoo verschrikkelijk, omdat ik nergens hulp of steun kan zien." "O, ge zult dien steun vinden! Zie dien niet in mij, hoewel ik u verzoek aan mijn vriendschap te gelooven," sprak zij met een zucht. "Ons anker en steunpunt is de liefde, die Hij ons heeft nagelaten.--Zijn last is licht!" zeide zij met dat dwepend opwaartszien, dat hij vroeger niet kon
PREV.   NEXT  
|<   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347  
348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   >>   >|  



Top keywords:

gravin

 

Alexei

 
Alexandrowitsch
 

Karenin

 

handen

 

vriend

 
vrouwen
 
mensch
 

Iwanowna

 

voorhoofd


terwijl
 
beiden
 
dwepend
 

haperende

 

noodig

 

aandoening

 
gevoelde
 

zonder

 

hernam

 

wenden


plotseling

 

beefden

 

lippen

 

Overigens

 

vroeger

 

ongesteld

 

wenkbrauwen

 

zoodat

 

onbevalliger

 

beklaagde


gelaat

 

opwaartszien

 

driehoek

 

vormden

 

onbevallig

 
lijdend
 
zoeken
 

vinden

 

nagelaten

 

hoewel


steunpunt
 
liefde
 

verzoek

 

vriendschap

 

gelooven

 

nergens

 
troost
 

verslagen

 
overgeven
 

toestand