FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341  
342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   >>   >|  
ug. "Wat is er?" "Je amuseert je...." begon zij en trachtte in alle kalmte scherp te zijn. Maar nauwelijks had zij den mond geopend, of daaruit stroomde een geheele vloed van zinnelooze, jaloersche verwijten en alles, wat haar het laatste half uur, dat zij onbewegelijk aan het venster had doorgebracht, gekweld had. Nu kwam hij voor de eerste maal helder tot bewustzijn omtrent dat gevoel, waarover hij niet tot klaarheid had kunnen komen, toen hij haar na het trouwen uit de kerk voerde; hij werd zich bewust, dat zij hem niet slechts zeer na stond, maar zoo na, dat hij niet wist waar zij ophield zij te zijn en hij aanving hij te zijn; dat werd hem nu eerst door het kwellend gevoel hunner tweespalt recht duidelijk; hij gevoelde zich in het eerste oogenblik beleedigd, maar aanstonds begreep hij, dat hij door haar niet beleedigd kon worden, daar zij hij zelf was. Het was hem als een mensch, die plotseling van achteren een sterken stoot voelt en zich toornig met het doel zich op den schuldige te wreken omkeert, maar dadelijk ontdekt, dat hij zich over niemand ergeren kan en de pijn moet verdragen, daar hij zich toevallig zelf gestooten heeft. Dit werd hij zich later niet weer zoo klaar bewust als deze eerste maal. Een natuurlijk gevoel in hem eischte, dat hij zich rechtvaardigde en haar aantoonde dat zij ongelijk had; maar deed hij dat, dan zou hij haar nog meer opwinden en dan werd de kloof verbreed. Het was onaangenaam zulk een ongegronde beschuldiging op zich te laten zitten, maar zich rechtvaardigen en haar leed doen was nog erger. Zij werden spoedig verzoend; zij zag zelf haar schuld in en werd deswege teederder jegens hem, en zoo ondervonden zij een nieuw, verdubbeld geluk hunner liefde. Maar dit verhinderde niet, dat zulke schermutselingen zich herhaalden en wel het meest bij onverwachte, nietige oorzaken; de reden was hoofdzakelijk daarin gelegen, dat de een niet wist wat voor den ander gewichtig was en dat zij beiden in dezen geheelen eersten tijd meermalen slecht geluimd waren. Was de een in goede en de ander in slechte luim, dan werd de vrede niet verstoord; zoodra echter beiden slecht geluimd waren, geraakten zij om onbegrijpelijk nietige redenen in botsing, zoodat zij somwijlen zelf niet wisten, waarover zij eigenlijk gekrakeeld hadden. Waren beiden goed geluimd, dan verdubbelde zich alleszins hun levensvreugde. Maar toch was deze eerste tijd voor beiden moeielijk. Dezen geheelen tijd gevoelden zij zich
PREV.   NEXT  
|<   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341  
342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   >>   >|  



Top keywords:

eerste

 

beiden

 
geluimd
 

gevoel

 

slecht

 

hunner

 
bewust
 
beleedigd
 

nietige

 

waarover


geheelen
 
verdubbeld
 
jegens
 

ondervonden

 

teederder

 

deswege

 
liefde
 

spoedig

 

opwinden

 

verbreed


onaangenaam

 

eischte

 

natuurlijk

 

rechtvaardigde

 

aantoonde

 

ongelijk

 

ongegronde

 

werden

 

verzoend

 

beschuldiging


zitten

 

rechtvaardigen

 

schuld

 

daarin

 

zoodat

 
somwijlen
 
wisten
 

eigenlijk

 

botsing

 

redenen


echter
 
geraakten
 

onbegrijpelijk

 

gekrakeeld

 

hadden

 

moeielijk

 
gevoelden
 

levensvreugde

 
verdubbelde
 

alleszins