rscheid er bestond tusschen Michailof
en hem; hij besefte het genoeg om van het zijne af te zien en het voor
overtollig te verklaren, en zich te vergenoegen met zijn tafereel
der middeleeuwen, waarover hij even voldaan was als Golinitschef en
Anna, omdat het, veel meer dan al wat Michailof had vervaardigd op
een tafereel uit de oudheid scheen te gelijken.
De kunstenaar van zijn zijde was, in weerwil van de aantrekkelijkheid,
die Anna's portret voor hem had gehad, gelukkig bevrijd te zijn
van de gesprekken van Golinitschef en van de schilderstukken van
Wronsky; men kon zeker dezen niet beletten zich te amuseeren,
want de diletanten hadden ongelukkig het recht te schilderen, wat
zij wilden; maar hij had geleden onder deze tijdpasseering van den
liefhebber. Niemand kon een mensch verbieden voor zich een wassen pop
te maken en ze te omhelzen, maar hij moest ze niet gaan liefkoozen in
tegenwoordigheid van twee verliefden! Wronsky's schilderstuk was voor
hem een voortbrengsel zonder voldoende overeenstemming met den tijd,
dien het moest voorstellen; het kwetste hem, het deed hem rillen;
hij vond het belachelijk en ellendig.
Wronsky's liefhebberij voor de schilderkunst en de middeleeuwen was
overigens van korten duur; hij had genoeg kunstgevoel om zijn stuk
niet te voltooien en neerslachtig te erkennen, dat de gebreken, die
in het begin weinig in het oog vielen, schreeuwend zouden worden,
naarmate hij meer vorderde. Hij was in het geval van Golinitschef,
die volkomen de ledigheid van zijn geest gevoelende, zich voedde met
illusies en zich verbeeldde zijn voorraad te vermeerderen en zijn
ideeen te doen rijpen. Maar datgene, wat deze ergerde en verbitterde,
liet Wronsky volkomen kalm; niet in staat zich zelf te misleiden, liet
hij met zijn gewone beslistheid van karakter eenvoudig de schilderkunst
varen, zonder te trachten zich te rechtvaardigen of te verklaren.
Maar het leven zonder bezigheid werd spoedig in deze kleine stad
ondragelijk, het palazzo scheen hem oud en leelijk; de vlekken der
gordijnen namen een armoedig voorkomen aan, de bersten in het mozaiek,
de beschadiging der kornissen, de eeuwige Golinitschef, de Italiaansche
professor en de Duitsche reiziger werden allen ondragelijk vervelend,
en Wronsky gevoelde een dringende behoefte om van toestand en omgeving
te verwisselen.
Anna was verwonderd over deze spoedige onttoovering, maar stemde
er gaarne in toe naar Rusland terug te keeren en op het land te
gaan wo
|