Zulk een schoon man! Is hij vorst?"
"Die in wit satijn is de zuster. Hoor de diaken eens brullen: zij
zal haar man gehoorzamen."
"Zijn de zangers van Tschoudow?" [12]
"Neen van de synode.
"Ik heb den knecht ondervraagd. Hij zegt, dat haar man haar medeneemt
naar zijn landgoed. Hij is verschrikkelijk rijk, zegt men. Daarom
heeft men haar uitgehuwelijkt."
"Het is een mooi paar."
"En jij hebt beweerd, Maria Wassiliewna, dat men geen crinolines
draagt. En zie dan die dame in een donkerbruine japon eens--een
ambassadrice, zegt men--hoe zij gekleed is! Zie je wel?"
"Wat een lief, onschuldig wezentje is die bruid. Men gevoelt zich
onwillekeurig bewogen."
Op die wijze spraken de toeschouwsters, die slim genoeg geweest waren
om binnen de kerk te komen.
XXIV.
Op dit oogenblik spreidde een der dienstdoende geestelijken een groot
stuk rooskleurige stof op den vloer, terwijl het koor een moeielijk uit
te voeren psalm aanhief, waarin de bas en tenor elkander antwoordden;
de priester gaf het bruidspaar een teeken door naar het tapijt
te wijzen.
Zij kenden beiden het vooroordeel, dat wil, dat diegene der
echtgenooten, wiens voet het eerst het tapijt betreedt, de werkelijke
heerschappij krijgt in het huisgezin, maar noch Lewin noch Kitty
herinnerden zich deze omstandigheid. De vreemdsoortige opmerkingen
rondom hen ontgingen evenzeer hun aandacht.
Een nieuwe handeling van den dienst begon. Kitty luisterde naar de
gebeden en trachtte ze te begrijpen zonder dat haar dit gelukte. Hoe
meer de ceremonie voortging, hoe meer haar hart overvloeide van
blijdschap, die haar belette er haar aandacht op te vestigen.
Men bad God voor de gehuwden om de gaven der wijsheid en eener talrijke
nakomelingschap, men herinnerde hen, "dat de eerste vrouw was geschapen
uit een rib van Adam," "dat de vrouw vader en moeder moest verlaten
om haar man aan te hangen"; men bad God "hen te zegenen als Izaak en
Rebecca, als Mozes en Sippora, en hen kinderen te doen aanschouwen
tot in het derde en vierde geslacht."
Toen de priester de kransen aanbood en Tscherbatzky dien van de
jonge vrouw met zijn handschoen met drie knoopen bevende vasthield,
beduidde men hem fluisterend van verschillende kanten, dat hij hem
Kitty op het hoofd moest zetten.
"Zet hem mij op," fluisterde deze glimlachend.
Lewin zag naar haar zijde en getroffen door den blijden glans van
haar gelaat, gevoelde hij zich, even als zij, gelukkig en verruimd.
Z
|