pelen
met heilige dingen, liegen, nu zijn hart zich had geopend, nu hij zich
te midden van zijn volle glorie gevoelde! was dit mogelijk? Maar wat
hij deed om Stipan te dringen een middel te zoeken om een attest te
bekomen zonder gedwongen biechten--deze bleef onverbiddelijk.
"Wat doet 't er toe? Twee dagen gaan spoedig voorbij en je hebt te
doen met een goedigen grijsaard, die je dezen tand wel zal trekken
zonder pijn."
Lewin deed onder de eerste mis, waarbij hij tegenwoordig was, zijn
best om zich de godsdienstige indrukken van zijn jeugd te herinneren,
die tusschen de zestien en zeventien jaar bij hem zeer levendig
geweest waren, maar hij slaagde er niet in. Hij trachtte toen de
godsdienstvormen te beschouwen als een oud gebruik, zonder zin,
ongeveer als de gewoonte om visites te maken; dit gelukte hem evenmin,
want, zooals de meesten zijner tijdgenooten, verkeerde hij in een vagen
toestand ten opzichte van godsdienstige waarheden, en niet in staat om
ze te gelooven, was hij het evenmin om ze geheel te onderwerpen. Deze
verwarring van gevoelens veroorzaakte hem gedurende den tijd, die aan
zijn devotie's gewijd was, eene beschamende verlegenheid; handelen
zonder overtuigd te zijn, dit was--zoo riep hem zijn geweten toe--een
slechte, leugenachtige daad.
Om niet in lijnrechten strijd te zijn met zijn overtuiging, trachtte
hij eerst den een of anderen zin aan het kerkelijk ritueel toe
te kennen, maar bespeurende, dat hij kritiseerde in plaats van te
begrijpen, deed hij zich geweld aan om niet meer te hooren, ten einde
zich over te geven aan de intieme gedachten, die zich gedurende zijn
lange bezoeken in de kerk van hem meester maakten.--De mis, de vesper
en de avondgebeden gingen op die wijze voorbij; den volgenden morgen
stond hij vroeg op en kwam tegen acht uur nuchter in de kerk voor de
morgengebeden en de biecht. De kerk was ledig; hij zag er niemand dan
een soldaat, die bedelde, twee oude vrouwen en de hulpgeestelijken. Een
jong diaken kwam hem te gemoet; zijn lange, magere rug teekende
zich door zijn dunnen priesterrok heen in twee scherpe helften
af, hij naderde een tafeltje bij den muur en begon de gebeden te
lezen. Lewin bleef rechtop achter hem staan en hoorde hem op haastigen
toon, met eentonige stem en afgebroken woorden lezen en telkens de
woorden herhalen: "Ontferm U over ons!" die als een nagalm klonken;
hij trachtte zich te verzetten tegen het luisteren en beoordeelen,
om niet gestoord te worden in
|