j maakt het mooi!" liet zij zich tot Lewin wendend er op volgen.
"Zijt ge niet bevreesd?" vroeg Maria Dimitriewna, een oude tante.
"Ben je niet een weinig koud? Je bent bleek. Ga een oogenblik
zitten!" zeide madame Lwof, haar schoone armen opheffend om een kleine
afwijking, die in het kapsel harer zuster ontstaan was, te herstellen.
Dolly naderde haar op haar beurt en wilde spreken, maar de ontroering
belette het haar, en zij begon zenuwachtig te lachen.
Kitty beschouwde hen, die haar omringden, met een even afgetrokken
voorkomen als Lewin.
Intusschen hadden de hulpgeestelijken zich in hun kerkelijk gewaad
gekleed, en de priester, vergezeld van den diaken, kwam zich voor den
lessenaar plaatsen, die bij den ingang van het Allerheiligste stond;
hij richtte eenige woorden tot Lewin, welke deze niet begreep.
"Neem uw bruid bij de hand en treed nader," fluisterde een bruidsjonker
hem in.
Niet in staat te bevatten, wat men van hem verlangde, deed Lewin het
tegenovergestelde. Eindelijk, op het oogenblik dat men, ontmoedigd,
hem aan zijn eigen ingeving wilde overlaten, begreep hij, dat hij,
zonder van houding te veranderen, met zijn rechterhand de hand zijner
bruid moest nemen. De priester deed daarop een paar stappen en bleef
voor den lessenaar staan. De aanverwanten en de genoodigden volgden
het jonge paar; er verspreidde zich een gemurmel van stemmen en het
geruisen van japonnen. Iemand boog zich om den sleep der bruid terecht
te brengen, vervolgens ontstond er zulk een diepe stilte in de kerk,
dat men de druppels was van de kaarsen kon hooren vallen.
De oude priester met een kapje op het witte haar, dat blonk als
zilver, trok zijn kleine gerimpelde handen van onder den met zilverstof
versierden breeden kasuifel, waarop een gouden kruis prijkte, naderde
den lessenaar en bladerde in het misboek.
Stipan Arkadiewitsch kwam hem iets toefluisteren, gaf Lewin een teeken
en trok zich terug.
De priester stak twee met bloemen versierde kaarsen aan, en ze in
de rechterhand houdend, zonder zich er om te bekommeren, dat het
was er afdroop, wendde hij zich tot het jonge paar. Het was dezelfde
grijsaard, die Lewin de biecht had afgenomen. Nadat hij een oogenblik
beide met zijn treurige en vermoeide oogen had aangezien, zegende hij
met de rechterhand de bruid, daarop liet hij ze met een bijzondere
teederheid een poos op Kitty's gebogen hoofd rusten, gaf de waskaars
over, verwijderde zich langzaam en nam het wierookvat.
|