t, dat zij behoefte had om te beminnen,
en dat al wat hij lief had goed en edel was.
Lewin vond de uitlegging volkomen afdoende. Toen de vorstin binnenkwam,
waren zij naast elkander op den grooten koffer gezeten, de japonnen
beschouwende en raadplegende over haar bestemming. Kitty wilde de
bruine japon, die zij droeg toen Lewin haar hand vroeg, aan Douniascha
geven, en hij stond er op, dat zij ze aan niemand zou geven en dat
Douniascha de blauwe zou bekomen.
"Maar denk je er dan niet aan, dat, daar zij een brunette is, de
blauwe haar misstaan zou? Ik heb aan dat alles gedacht."
Toen de vorstin vernam, waarom Lewin gekomen was, werd zij boos en
lachte te gelijk; zij zond hem heen om zich te kleeden. want Charles
zou dadelijk komen om Kitty te kappen.
"Zij is buitendien al opgewonden genoeg," zeide zij; "zij eet niets
dezer dagen, ook valt zij zichtbaar af; je zult haar nog geheel in de
war brengen met je dwaasheden! Kom maak je uit de voeten, mijn jongen."
Lewin kwam beschaamd en verlegen, maar gerustgesteld in het hotel
terug. Zijn broeder, Darja Alexandrowna en Stipan wachtten hem reeds
in groot toilet om hem te zegenen met de heiligenbeelden. Er was geen
tijd te verliezen. Dolly moest naar huis om haar zoontje te halen,
die voor deze gelegenheid zorgvuldig van pommade voorzien en gefriseerd
was; het kind was belast om het heiligenbeeld voor bruid en bruidegom
uit te dragen. Vervolgens moest er een rijtuig gezonden worden aan
den bruidsjonker, terwijl de andere, die Sergej Iwanowitsch moest
geleiden, aan het hotel zou terugkomen. Er waren dien dag de meest
ingewikkelde combinaties in acht te nemen. Men moest zich haasten,
want het was al halfzeven.
Aan de plechtigheid van den zegen ontbrak de ernst. Stipan
Arkadiewitsch nam aan de zijde van zijn vrouw een plechtige en komieke
houding aan, hief het beeld op, dwong Lewin om zich diep neder te
buigen, terwijl hij hem zegende met een welwillenden en ondeugenden
glimlach om de lippen; hij eindigde met hem driemaal te omhelzen,
hetgeen ook Dolly haastig deed, daar zij moest vertrekken en vooral
zorg had over de schikking met het rijtuig.
"Wij zullen zoo doen: gij gaat hem halen met ons rijtuig, en misschien
zal Sergej Iwanowitsch de goedheid hebben dadelijk te komen en het
zijne terug te zenden
"Best, met veel genoegen."
"Wij zullen te zamen komen. Is de bagage verzonden?" vroeg Stipan
Arkadiewitsch.
"Ja," antwoordde Lewin, en hij riep zijn bediende om
|