FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267  
268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   >>   >|  
ht. Was het iets gewichtigs?" "Wat moet ik er verwaaid hebben uitgezien!" dacht zij, maar toen zij zijn gelukkig lachje zag, bemerkte zij, dat zij integendeel een goeden indruk op hem moest gemaakt hebben. Zij bloosde even en glimlachte blijmoedig. "Waarlijk ik weet het niet." "Hoe lustig lacht die Turowzin," zeide Lewin en bewonderde Turowzins vroolijke oogen en huppelende houding. "Kent u hem al lang?" vroeg Kitty. "Wie kent hem niet?" vroeg Lewin. "Ik zie echter, dat u hem voor een verkeerd mensch houdt." "Niet voor een verkeerd, maar voor een onbeduidend mensch." "Dat is echter niet zoo en spoedig zal u anders over hem denken," zeide Kitty; "ik had eerst ook geringe gedachten van hem, maar hij is een zeer aangenaam en goedhartig mensch. Zijn hart is uitmuntend. Den vorigen winter, kort nadat--u by ons was," zeide zij met een beschaamd, maar vertrouwend lachje, "werden Dolly's kinderen aangetast door het roodvonk en hij bezocht ze eens. En denk eens," sprak zij zacht, "hij had zulk een medelijden, dat hij er bleef en haar hielp in de oppassing der kinderen; ja, drie weken bleef hij in haar huis en verpleegde de kinderen als een dienstmeid." Lewin zag Turowzin nog eens aan en verwonderde zich, dat hij tot hiertoe de deugd van dezen mensch nog niet opgemerkt had. "Vergeef mij, ik zal voortaan over niemand meer ongunstig denken," zeide hij vroolijk en hij gevoelde, dat hij zijn oprechte meening uitsprak. VII. Het gesprek over vrouwenrechten had intusschen een voor de tegenwoordigheid der dames kritieke wending genomen; het had zich namelijk gericht op de ongelijkheid der rechten in het huwelijk. Peszow had reeds herhaalde aanduidingen in deze richting gedaan, die Sergej Iwanowitsch en Alexei Alexandrowitsch steeds voorzichtig hadden weten af te leiden. Nu wendde Peszow zich rechtstreeks tot Alexei Alexandrowitsch en voerde als bewijs der grootste ongelijkheid tusschen de mannelijke en vrouwelijke rechten de daadzaak aan, dat de ontrouw van den man en die der vrouw verschillend werden beoordeeld, zelfs zoowel van de zijde der wetten als van die der openbare meening. Stipan naderde snel zijn zwager en bood hem aan te rooken. "Neen, ik rook niet," zeide Karenin kalm, alsof hij uitdrukkelijk toonen wilde, dat hij het gesprek niet vreesde en wendde zich toen met een koelen lach tot Peszow: "Mij dunkt, dat de grond daarvoor in de gesteldheid der dingen zelf is te zoeken," zeide hij en
PREV.   NEXT  
|<   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267  
268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   >>   >|  



Top keywords:

mensch

 

Peszow

 
kinderen
 

rechten

 
echter
 

Turowzin

 

Alexandrowitsch

 
werden
 

ongelijkheid

 

wendde


denken

 

lachje

 

hebben

 
meening
 

gesprek

 

Alexei

 
verkeerd
 

Iwanowitsch

 

herhaalde

 

richting


aanduidingen
 

Sergej

 
gedaan
 
intusschen
 

ongunstig

 
vroolijk
 

gevoelde

 

oprechte

 

niemand

 

Vergeef


voortaan

 

uitsprak

 

wending

 
genomen
 

namelijk

 

gericht

 

kritieke

 

vrouwenrechten

 

tegenwoordigheid

 

huwelijk


grootste

 

Karenin

 
uitdrukkelijk
 

rooken

 

naderde

 

zwager

 

toonen

 

gesteldheid

 

daarvoor

 
dingen