FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282  
283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   >>   >|  
lfde ... Maar in mij zit een andere, die ik vrees ... En die heeft gindschen liefgekregen en wilde u haten, maar ik kon u niet vergeten, die vroeger waart. Die andere ben ik niet. Nu ben ik de rechte. En nu sterf ik, ik weet, dat ik sterven zal; vraag het hem. En nu voel ik ook het gewicht aan mijn handen, voeten en vingers. De vingers zijn zoo groot--kolossaal! Maar dat eindigt spoedig ... Slechts eene zaak behoef ik nog. Gij moet mij vergeven, volkomen vergeven. Ik ben zeer slecht, maar de verpleegster heeft mij verhaald van de heilige zondares, hoe heet zij ook? die was nog slechter geweest. En dan ga ik naar Rome, daar is een groote woestijn, daar zal ik niemand hinderen, en neem Serescha en het kleine meisje mede ... Neen, ik weet, gij kunt mij niet vergeven, zoo iets kan men niet vergeven ... Neen, neen, ga heen! Gij zijt te goed!"--Met een harer gloeiende handen hield zij zijn hand vast, met de andere stiet zij hem van zich. Karenins ontroering werd hoe langer hoe grooter, zoodat hij eindelijk ophield daartegen te strijden. Een eigenaardige zielstoestand maakte zich van hem meester; een blijde geestdrift voor liefde en christelijke vergeving zijner vijanden. Hij viel op de knieen, legde zijn hoofd op haar arm, die door haar kleeding heen als vuur gloeide, en snikte als een kind. Zij omvatte zijn reeds kaal wordend hoofd, drong zich nader naar hem toe en hief, als in uitdagenden trots, haar boven naar boven. "Daar is hij! Ik wist het immers wel! Nu vaartwel, vaart allen wel! Gij zijt weer hier? Waarom gaat gij niet?... Neem toch dezen pels weg!" De dokter nam haar handen, legde ze voorzichtig op het kussen en bedekte haar schouders. Zij legde zich gewillig achterover en zag met schitterende oogen voor zich uit. "Vergeet niet, dat ik niets behoef als uw vergiffenis; meer verlang ik niet.... Maar waarom komt hij niet?" vroeg zij en richtte haar blik naar Wronsky. "Kom hier, kom, geef hem de hand." Wronsky ging naar het bed en bedekte zijn gelaat met de handen. "Laat uw gezicht vrij--zie hem aan. Hij is een heilige!" zeide zij. "Laat toch uw gezicht vrij!" herhaalde zij geergerd. "Alexei Alexandrowitsch, neem hem de handen van het gelaat. Ik wil hem zien." Alexei Alexandrowitsch nam Wronsky's handen van diens gelaat. Smart en schaamte hadden het verschrikkelijk verwrongen. "Geef hem de hand. Vergeef hem." Karenin reikte hem de hand en kon de tranen niet weerhouden, die zijn oogen verduisterden.
PREV.   NEXT  
|<   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282  
283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   >>   >|  



Top keywords:

handen

 

vergeven

 
Wronsky
 

gelaat

 

andere

 
gezicht
 
behoef
 
heilige
 

bedekte

 

Alexei


vingers
 

Alexandrowitsch

 

dokter

 
wordend
 
snikte
 
omvatte
 
uitdagenden
 

vaartwel

 

immers

 
Waarom

richtte

 

geergerd

 

herhaalde

 

schaamte

 

hadden

 
reikte
 

tranen

 

weerhouden

 

verduisterden

 

Karenin


Vergeef

 

verschrikkelijk

 
verwrongen
 

schitterende

 

Vergeet

 

achterover

 

kussen

 
schouders
 

gewillig

 

vergiffenis


gloeide

 

verlang

 

waarom

 

voorzichtig

 

grooter

 
volkomen
 
slecht
 

verpleegster

 

spoedig

 

Slechts