FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293  
294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   >>   >|  
"Wacht met het aantrekken van uw handschoenen, vorstin, tot ik uw handje gekust heb. Ik ben, wat de invoering van verouderde modes betreft, voor niets meer dankbaar dan voor den handkus!" Hij kustte haar hand: "Wanneer zullen we elkander weerzien?" "Ge zijt dien niet waard," antwoordde zij lachend. "Pardon, ik ben dien zeer waard, want ik ben nu de ernstigste mensch van de wereld geworden. Niet slechts voor mijn eigen, ook voor anderer familiebelangen zorg ik," zeide hij met een ernstig gezicht. "Ach, dat verheugt mij zeer," antwoordde Betsy, die dadelijk begreep, dat hij van Anna sprak. En met hem in de zaal terugkeerend, namen zij plaats in een hoek.--"Hij brengt haar nog om het leven," zeide zij fluisterend en veelbeteekenend. "Het is ondragelijk, ondragelijk ..." "Het verheugt mij bij u deze deelneming te vinden," zeide Stipan en schudde het hoofd met een ernstige, treurige uitdrukking: "In die zaak ligt ook de reden mijner aanwezigheid hier in Petersburg." "De geheele stad spreekt er van," antwoordde zij. "Het is een ondragelijke toestand. Zij vergaat er onder. Hij begrijpt niet, dat zij een vrouw is, die met haar gevoelens geen scherts drijft. Slechts een van beide is mogelijk: zij ontvluchten, of hij moet zich van haar laten scheiden. Maar zoo gaat zij te gronde." "Ja, ja, zoo is het!" zeide Oblonsky met een zwaren zucht. "Deswege ben ik ook gekomen, dat wil zeggen, eigenlijk niet deswege.... Men heeft mij tot kamerheer benoemd, en ik moest hiervoor mijn dank gaan betuigen. Maar bij deze gelegenheid hoop ik ook dit te arrangeeren." "Nu, God moge u helpen!" wenschte Betsy. Hij deed de vorstin uitgeleide tot in den gang en nadat hij haar den pols had gekust en haar zooveel dubbelzinnigen onzin had voorgebabbeld, dat zij niet wist, of zij daarvoor lachen of zich ergeren moest, ging hij naar zijn zuster. Hij vond haar badend in tranen. In weerwil van zijne uitgelaten stemming, viel hij toch dadelijk in den deelnemenden, ietwat poetischen toon, die bij haar gemoedstoestand paste. Hij vroeg eerst, hoe het haar ging en hoe zij den morgen had doorgebracht. "Zeer, zeer slecht; niet slechts den morgen, den geheelen dag en alle verloopen en toekomende dagen." "Het schijnt mij toe, dat ge u al te veel aan uw droefheid overgeeft. Men moet het hoofd opheffen, de wereld beschouwen zooals zij is. Ik weet, het is zwaar, maar ..." "Ik heb wel eens gehoord, dat vrouwen haar mannen, die misdadig zijn, daarom
PREV.   NEXT  
|<   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293  
294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   >>   >|  



Top keywords:

antwoordde

 

verheugt

 
morgen
 

dadelijk

 

slechts

 
ondragelijk
 
vorstin
 
gekust
 

wereld

 

zooveel


dubbelzinnigen
 

handje

 

uitgeleide

 
daarvoor
 
zuster
 
badend
 
tranen
 

handschoenen

 

wenschte

 
lachen

ergeren

 

voorgebabbeld

 

deswege

 

kamerheer

 

benoemd

 
eigenlijk
 

zeggen

 

Deswege

 

gekomen

 

hiervoor


arrangeeren

 

weerwil

 
betuigen
 

gelegenheid

 

helpen

 

uitgelaten

 

droefheid

 
overgeeft
 

opheffen

 

beschouwen


schijnt

 

zooals

 

vrouwen

 

mannen

 

misdadig

 
daarom
 
gehoord
 

toekomende

 

poetischen

 

gemoedstoestand