FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286  
287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   >>   >|  
zonderling, geheimzinnig gefluister en herhaalde de woorden: "Verstond niet te waardeeren, wist niet te genieten." "Wat is dat? Word ik waanzinnig?" vroeg hij zich zelf. "Wellicht. Waardoor wordt men anders waanzinnig? Om welke reden anders schiet men zich dood?" antwoordde hij zich zelf. "Neen, ik moet inslapen." Hij rukte het kussen terecht en drukte er het voorhoofd in, maar het kostte hem inspanning slechts de oogen gesloten te houden. Hij sprong op en ging zitten. "Het is met mij voorbij," zeide hij. "Ik moet overleggen, wat mij overblijft te doen." Zijn gedachten doorvlogen zijn geheele leven, slechts niet den tijd zijner liefde voor Anna. Eerzucht ...? Serzuchowsky? De wereld? Het hof? Op niets van dit alles bleven zijn gedachten zich hechten. Dat alles had vroeger een beteekenis voor hem, nu bestond het voor hem niet meer. Hij stond van de sopha op, maakte zijn kleederen los, ontblootte zijn borst om vrijer te kunnen ademhalen en ging eenige malen zijn kamer op en neder. "Zoo wordt men krankzinnig," herhaalde hij, "en zoo komt men er toe zich dood te schieten ... om zich niet te schamen!" liet hij er zacht op volgen. Hij ging naar de deur en sloot ze; toen ging hij met starren blik en de tanden op elkander geklemd naar de tafel, nam zijn revolver, onderzocht hem, laadde hem en dacht na. "Het spreekt van zelf! Altijd dezelfde herinneringen aan een verloren geluk, dezelfde ijdelheid van alles wat nu nog overblijft, steeds hetzelfde vernederend bewustzijn.... Het spreekt van zelf!" hernam hij andermaal, en terwijl zich zijn gedachten in denzelfden kring bewogen, hief hij zijn revolver op en richtte hem tegen de linkerzijde van zijn borst en haalde, met de geheele hand, alsof hij ze tot een vuist wilde ballen, de haan over. Hij hoorde geen schot, maar een hevige slag tegen zijn borst deed hem tuimelen; hij wilde zich aan de tafel vasthouden, liet den revolver vallen en zat op den vloer, terwijl hij verwonderd rond zag. Hij herkende zijn kamer niet; hij zag den gebogen tafelpoot, de papiermand, het tijgervel.... De haastige, krakende schreden van zijn dienaar, die door het salon ging, deden hem weer tot zich zelf komen. Hij spande zijn gedachten in en zag, dat hij op den vloer lag, hij zag bloed op het tijgervel en op zijn hand en begreep, dat hij op zich zelf geschoten had. "Dom! ik heb slecht getroffen!" zeide hij en tastte met de hand naar het wapen. Het lag naast hem. Hij zocht het verder af e
PREV.   NEXT  
|<   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286  
287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   >>   >|  



Top keywords:

gedachten

 

revolver

 
spreekt
 

overblijft

 

geheele

 
terwijl
 
dezelfde
 
anders
 

herhaalde

 

waanzinnig


tijgervel
 

slechts

 

slecht

 
hernam
 
vernederend
 
bewustzijn
 
hetzelfde
 

richtte

 

bewogen

 
steeds

denzelfden

 

andermaal

 

ijdelheid

 

laadde

 

verder

 
onderzocht
 

linkerzijde

 

verloren

 

tastte

 

Altijd


herinneringen

 

getroffen

 
geklemd
 

vallen

 

vasthouden

 

verwonderd

 

dienaar

 
herkende
 

gebogen

 

tafelpoot


haastige

 

krakende

 

schreden

 

tuimelen

 

spande

 
ballen
 
papiermand
 

haalde

 

begreep

 

hevige