hij haar voor immer meende verloren te
hebben, sterker dan te voren ontwaakte. Thans, nu hij in haar ziekte
haar hart geheel had leeren kennen, geloofde hij haar vroeger niet
recht bemind te hebben. En nu, nu hij haar beminde, zooals zij bemind
moest worden, was hij voor haar vernederd en had haar voor immer
verloren. Het meest vernederend oogenblik was het voor hem geweest,
toen Karenin zijn handen van zijn beschaamd gelaat had getrokken. Zoo
stond hij bij de trap als een verlorene en wist niet, wat te doen.
"Beveelt u een droschke?" vroeg de portier.
"Ja, een droschke!"
Toen hij te huis was gekomen, legde Wronsky zich, na drie slapelooze
nachten, in zijn kleederen en met het gezicht naar beneden op de
sopha. Zijn hoofd was woest. De zonderlingste beelden, herinneringen en
gedachten wisselden met vreeselijke snelheid elkander af voor de oogen
zijns geestes. Nu goot hij voor de zieke medicijn in den lepel en liet
hem overloopen, dan zag hij de witte handen der baker of de zonderlinge
stelling van Alexei Alexandrowitsch op den vloer voor het bed.
"Slapen en alles vergeten!" zeide hij bij zich zelf met het rustig
vertrouwen van een gezond mensch, die, als hij vermoeid is, dadelijk
inslaapt, en inderdaad, aanstonds warrelde in zijn hoofd alles dooreen
en begon in den afgrond der bewusteloosheid te verzinken; de golven
der vergetelheid sloegen reeds over hem te zamen, toen plotseling in
hem als ware het een electrische ontploffing plaats greep. Hij kromp
verschrikt ineen en sprong op de knieen omhoog. Zijn oogen waren wijd
geopend, de zwaarte van het hoofd en de afmatting der leden waren
plotseling verdwenen.
"Gij kunt mij in het slijk treden," hoorde hij Karenin zeggen en
zag hem duidelijk voor zich, hij zag Anna's koortsig rood gelaat,
haar schitterende oogen, die met teederheid en liefde niet hem, maar
Alexei Alexandrowitsch aanzagen, hij zag zijn eigen ellendige houding,
toen Karenin hem de handen voor het gelaat wegtrok.--Hij rekte zich
uit, wierp zich weer als te voren op de sopha en sloot de oogen.
"Slapen, slapen!" zeide hij.
Doch met gesloten oogen zag hij nu Anna's gelaat nog duidelijker,
maar zooals op dien gedenkwaardigen avond voor den wedren. Hij lag
daar en trachtte in te slapen; hij herhaalde halfluid eenige uit hun
verband gerukte woorden uit de een of andere stelling, met den wensch
daardoor het ontstaan van andere voorstellingen te verhinderen, maar
daarbij hoorde hij en luisterde naar een
|