en
aangenaam, d.i. zooals zij het gewoon waren, te arbeiden. Het was in
zijn belang, dat het volk zooveel mogelijk verrichtte, dat hij steeds
alle opmerkzaamheid aanwendde om niet den wanmolen, de dorschmachine,
de paarden te laten benadeelen, kortom, al zijn maatregelen wel te
overleggen. Voor de arbeiders daarentegen kwam het er op aan zoo
gemakkelijk als maar kon hun werk te doen, met de noodige pauzen
en bovenal onbezorgd en zonder nadenken. Dit ondervond hij dezen
zomer elken dag. Hij zond zijn arbeiders om klaver te maaien met
bevel de weinige geschikte van onkruid niet vrije desjatinen uit
te zoeken en deze voor den hooibouw te bezigen, maar zij maaiden de
beste desjatinen, die voor zaadwinning geschikt waren en trachtten
zich te rechtvaardigen met de bewering, dat de voormaaier het zoo
had geregeld, en troostten er Lewin mede, dat het hooi toch bizonder
mooi was; maar deze begreep zeer goed de eigenlijke reden, die was,
dat deze desjatinen zich gemakkelijker lieten maaien. De ploegen
bleken onbruikbaar, want het kwam de knechts niet in den zin de
eenmaal hooggestelde schaar dieper te stellen; ze werd met geweld
omgekeerd, het paard gekweld en den akker bedorven. Maar men verzocht
hem zich daarover niet te bekommeren. De paarden liepen in de tarwe,
want geen der boeren had lust nachtwaker te zijn en ofschoon het
verboden was, losten zij elkander bij de paardenwacht af, en Wanka,
die den geheelen dag had gewerkt, sliep natuurlijk in en zeide, toen
hij zijn schuld bekende: "Zij wilden het zoo!" De drie beste kalvers
hadden zich aan de klaver ziek gegeten, omdat men verzuimd had ze te
drenken. En dit alles geschiedde, niet, omdat zij Lewin en zijn zaken
kwalijk gezind waren, daar zij integendeel hem voor een "gemeenen"
heer hielden (dit was de grootste lof); maar het geschiedde, omdat
men gemakkelijk en zorgeloos wilde arbeiden en zijn belang was hun
niet alleen vreemd en onbegrijpelijk, maar ongelukkig rechtstreeks in
strijd met hun eigen belangen. Derhalve gevoelde Lewin zich sedert
geruimen tijd door zijn landbouwbedrijf niet meer bevredigd. Elke
andere werkzaamheid verachtte hij en hield den landbouw slechts voor
een ware en ernstige bezigheid en beminde dien. Maar nu kon hij zich
niet meer misleiden. Dit bedrijf voldeed hem niet meer en hij kon er
zich bijna niet meer mede bezighouden.
Daarbij kwam nog de aanwezigheid der Tscherbatzky's binnen een afstand
van dertig werst, en hij kon en wilde haar niet zien.
|