buitenland teruggekeerd;
hij was een tijd lang te huis geweest en was nu voor een berenjacht
overgekomen. Na een verblijf van vier weken in het buitenland was hij
als een geheel ander mensch teruggekeerd. Hoe deze verandering was
ontstaan, wist hij zelf niet te verklaren. In den laatsten tijd zag
zijn oog in de wereld en aan de menschen slechts goeds en schoons,
en uit zijn vroegere hopelooze stemming was hij allengs overgegaan
tot zulk een blijmoedige levensbeschouwing, als hij tevoren niet
gekend had.
"Maar ik moet gaan," zeide Stipan en maakte zich wel voor de vijfde
maal tot vertrek gereed.
"Neen, neen, blijf toch nog wat," drong Lewin en drukte hem weder op
zijn stoel. "Wanneer zien wij elkander weer? Want morgen vertrek ik."
"Nu dat is niet anders. Ik ben opzettelijk daarom hier gekomen. Je
moet bepaald van daag bij ons dineeren; uw broeder zal er ook zijn
en mijn zwager Karenin."
"Is die hier?" vroeg Lewin en wilde ook naar Kitty vragen. Hij had
gehoord, dat zij in het begin van den winter bij haar zuster, de vrouw
van een diplomaat, was gelogeerd, maar wist niet, of zij daar nog
was of al was teruggekeerd. Maar hij kwam er niet toe het te vragen.
"Nu," dacht hij, "of zij daar is of niet, dat is het zelfde."
"Je zult dus komen?"
"Zeker, ik zal gaarne komen."
"Om vijf uur en eenvoudig gekleed!" En Stipan Arkadiewitsch stond op
en begaf zich naar beneden naar zijn nieuwen chef. Zijn vermoeden had
hem niet bedrogen. De nieuwe, verschrikkelijke chef bleek een zeer
welwillend man te zijn en Stipan Arkadiewitsch ontbeet met hem en
bleef zoo lang bij hem, dat hij eerst omstreeks vier uur bij Alexei
Alexandrowitsch kon komen.
III.
Nadat Karenin met zijn ambtsbezigheden, waarvoor hij naar Moskou
was gekomen, den geheelen voormiddag was bezig geweest, ging hij een
brief zitten schrijven aan zijn advocaat. Zonder aarzelen gaf hij hem
volmacht om geheel naar zijn eigen inzicht te handelen. Hij legde in
dit schrijven drie brieven van Wronsky aan Anna, welke hij in haar
portefeuille had gevonden. Sedert Alexei Alexandrowitsch zijn huis had
verlaten met het voornemen niet meer tot zijn familie terug te keeren,
sedert hij kort daarna met zijn advocaat gesproken en deze levensvraag
tot een rechtsvraag gemaakt had, sedert had hij zich meer en meer in
zijn besluit versterkt en erkende de mogelijkheid het uit te voeren.
Hij verzegelde juist dezen brief, toen hij de luide stem van Stipan
hoorde, di
|