." bracht zij
op schuchteren toon in en zag hem verschrikt aan.
Toen zij zijn kalme rustigheid bemerkte en zijn schelle kinderstem
hoorde, kreeg haar afkeer over het eerste gevoel van medelijden
de overhand, en hoezeer zij er ook tegen op zag, was zij nu toch
besloten, tot elken prijs haar verdere verhouding tot hem in helder
licht te stellen.
"Ik kan uw vrouw niet zijn, als ik...."
Hij lachte koel en boosaardig.
"Het schijnt, dat de levenswijs, die ge nu gekozen hebt, ook op uw
begrippen invloed heeft. Ik acht het eene zoozeer, als ik het andere
veracht. Uw verleden acht ik, uw heden veracht ik. Van de beteekenis,
die ge aan mijn woorden geeft, was ik steeds ver verwijderd."
Anna zuchtte en boog het hoofd.
"Overigens begrijp ik niet," ging hij zich meer opwindend voort, "hoe
gij, die zulk een onafhankelijken zin hebt om juist uw echtgenoot
uw ontrouw mede te deelen, zonder daarin iets aanstootelijks te
zien,--hoe gij, zeg ik, in de vervulling uwer uitwendige plichten
tegenover uw man iets aanstootelijks kunt zien."
"Alexei Alexandrowitsch, wat wilt gij van mij?"
"Ik wil, dat ik dien mensch hier niet weer ontmoet, en dat gij u
zoo gedraagt, dat niet de _wereld_, niet de _dienstboden_ u kunnen
aanklagen. Dit is wel niet te veel geeischt. En daarvoor zult
gij de rechten eener eerbare vrouw genieten, zonder haar plichten
te betrachten. Dit is alles, wat ik u te zeggen hebt. Nu moet ik
wegrijden. Ik zal vandaag niet te huis eten."
Hij stond op en ging naar de deur.
XIX.
De nacht, dien Lewin op het hooi in de weide had doorgebracht, was
niet vruchteloos geweest. Zijn zaken, zooals hij ze tot hiertoe had
gedreven, hadden zijn belangstelling verloren. In weerwil van het
uitzicht op een goeden oogst, had hij, naar zijn meening, nimmer
zooveel onaangenaamheden en tegenwerking van de arbeiders gehad als
juist in dit jaar. En de oorzaak van dit alles was hem nu duidelijk
geworden. Hij was tot het inzicht gekomen, dat hij tot hiertoe
slechts een bestendigen kamp tegen zijn arbeidsvolk gevoerd had,
waarbij niets te winnen was, dan dat zijn bedrijf achteruit ging en
dat de schoone werktuigen, de akkers en het vee groote schade leden.
Waarin bestond eigenlijk deze strijd? Hij moest voor elke kopeke
opkomen, want deed hij dat niet met alle energie, dan zou het geld
spoedig niet meer toereikend geweest zijn om de arbeiders te betalen,
en van de andere zijde streefden dezen er slechts naar om rustig
|