volgende dag was een Zondag. Stipan Arkadiewitsch reed
naar den grooten schouwburg om de repetitie voor het ballet bij
te wonen en gaf daar aan Mascha Tschibissow, een schoone, op zijn
aanbeveling geengageerde danseres, de gisteren haar beloofde koralen
en kuste achter de coulissen in het donker van den schouwburg haar van
blijdschap stralend gezicht. Toen sprak hij met haar een rendez-vous na
het ballet af en beloofde haar bij de laatste acte te komen en haar af
te halen voor een souper. Van daar reed Stipan naar den Ochotny Rjad,
zocht zelf de visch en asperge voor de middagtafel uit en om twaalf uur
was hij bij Dusseau, waar hij bij drie personen, die in het logement
hun intrek hadden genomen, bezoeken had af te leggen, namelijk bij
Lewin, die zooeven van een reis in het buitenland was teruggekeerd,
dan bij zijn nieuwen chef, die juist was aangekomen om zijn hoogen post
te aanvaarden en die Moskou wenschte te leeren kennen, en eindelijk bij
zijn zwager Karenin, dien hij bepaald ontvoeren wilde voor het diner.
Stipan Arkadiewitsch hield van een goed diner: maar nog meer hield
hij er van een diner te geven, geen groot, maar een fijn, wat de keuze
der gerechten, der wijnen en der gasten betrof. Het tegenwoordige menu
beviel hem zeer: versche baars, asperge en--als piece de resistance--:
een eenvoudig, maar buitengewoon goed roastbeef, en de daarbij
behoorende wijn. Als gasten zouden bij hem zijn: Kitty en Lewin en,
opdat dit niet opviel, nog een nicht en een jongere Tscherbatzky
en--als piece de resistance onder de gasten:--Sergej Kosnischew en
Alexei Alexandrowitsch, Sergej Iwanowitsch, de Moskouer philosoof en
Alexei Alexandrowitsch, de Petersburger staatsman! En buitendien wilde
hij nog den als origineel bekenden Peszow uitnoodigen, een liberale
babbelaar, liefhebber van muziek, historicus en de beminnenswaardigste
van alle vijftigjarige jongelingen. Het geld voor het bosch had hij
van den koopman ontvangen en het was nog niet uitgegeven; ook was
Dolly in den laatsten tijd zeer aardig en vriendelijk tegen hem.
Zoo was hij in de beste stemming. Slechts twee onaangename dingen
bestonden er nog voor hem; maar deze verdwenen beide in de zee van
vroolijke onbezorgdheid, die zijn ziel vervulde. Het eerste was, dat
hij gisteren bij de ontmoeting met Alexei Alexandrowitsch diens koele
terughouding bemerkt had; uit zijn houding en uit de omstandigheid,
dat hij gekomen was zonder daarvan iets te laten weten, in verband met
|