er in de
coupe en reed naar Petersburg terug.
Kort na zijn vertrek kwam een bediende van vorstin Betsy, die Anna
een briefje bracht.
"Ik heb naar Wronsky gezonden en naar zijn gezondheid gevraagd. Hij
schrijft, dat hij gezond en ongedeerd, maar wanhopig is."
"Derhalve hij komt." dacht Anna. "Wat is het goed, dat ik alles bekend
heb." Zij zag op de pendule. "Er blijven nog drie uren over. Nu,
Goddank, dat alles met hem is afgedaan!"
DERDE BOEK.
I.
In de kleine Duitsche badplaats, waar vorst Tscherbatzky zich met
vrouw en dochter ophield, vormde zich dadelijk in overeenstemming
met hun woning, hun naam en hun daar aanwezige kennissen een bepaalde
gezelschapskring. In dezelfde Duitsche badplaats vertoefde dit jaar
ook een echte Duitsche prinses, tengevolge waarvan het gezelschap zich
nog vaster aaneensloot. Vorstin Tscherbatzky wenschte bepaald haar
dochter aan die prinses voor te stellen en reeds den eerstvolgenden
dag had zij deze ceremonie verricht. Kitty had zich diep en gracieus
in haar "zeer eenvoudig," dat is zeer elegant, uit Parijs ontboden
zomercostuum gebogen en de prinses had gezegd: "Ik hoop, dat spoedig de
rozen op dit bevallig gezichtje zullen terugkeeren." Zoo had hier het
dagelijksch leven der Tscherbatzky's een bepaalde richting verkregen,
die het niet meer kon verlaten.
Zij werden ook bekend met de familie eener Engelsche lady, met een
Duitsche gravin en haar in den laatsten oorlog gewonden zoon, met een
Zweedsch geleerde en met monsieur Canut en diens zuster. Voornamelijk
verkeerden zij echter met eene dame uit Moskou, Marie Eugenjewna
Ritschew en haar dochter, die Kitty niet lijden mocht, omdat ze even
als zij uit liefde ziek was geworden, alsmede met een Russischen
overste, dien Kitty van kinds af slechts in epauletten en uniform
gekend had, maar die haar hier met zijn kleine, grauwe oogen, open
borst en bonten halsdoek buitengewoon komiek voorkwam en die haar,
daar men niet van hem af kon komen, zeer verveelde.
Nadat alles zoo een bepaalde en vaste regelmaat had aangenomen,
begon Kitty zich te vervelen, en nog meer, toen de oude vorst naar
Karlsband vertrokken en zij alleen met haar moeder achter gebleven
was. Nu werd het spoedig haar aangenaamste bezigheid omtrent de
onbekende badgasten waarnemingen te doen en gissingen te maken.
Onder deze persoonlijkheden interresseerde haar vooral een jong
Russisch meisje, dat in gezelschap eener Russische dame, zekere madam
|