en de moeder reikte
ze hem toe. Hij zette ze op zijn schouder en liep met haar voort.
"Wees gerust," riep hij, Dolly vroolijk toelachend, "ik zal haar niet
laten vallen."
Hier op het land, in tegenwoordigheid van de hem zoo sympathische
Dolly en in het midden der kinderen, geraakte Lewin in die
kinderlijk vergenoegde luim, waarvoor hij zich dikwijls schaamde
en die hij zorgvuldig voor vreemde oogen verloochende. Maar juist
om deze gemoedsstemming hield Dolly veel van hem. Hij speelde met
de kinderen, als huns gelijke, hij leerde hen gymnastische toeren,
liet miss Gull om zijn slecht Engelsch lachen en vertelde Dolly van
zijn oeconomische bezigheden.
Des namiddags, toen zij beiden alleen op het balkon zaten, bracht
Dolly het gesprek op Kitty.
"Kitty komt hierheen en zal den zomer bij ons doorbrengen."
"Inderdaad?" vroeg hij, en een licht rood kleurde zijn gelaat. Maar
tegelijk, om dit gesprek te vermijden, ging hij voort: "Ik zal u dus
twee koeien zenden, en als het u goed is, betaalt u me daarvoor vijf
roebels in de maand...."
"Och neen, ik dank u. Wij kunnen thans zoo tamelijk toekomen."
"Nu, dan wil ik uw koeien eens gaan zien en regelen, hoe zij gevoederd
moeten worden. Van de voedering hangt alles af." En slechts om
het gesprek af te leiden, zette hij haar nu de geheele theorie der
melkerij uiteen, waarbij de koe slechts voorkwam als een soort van
machine om het voeder te verwerken en winstgevend te maken.
Hoewel hij van deze dingen sprak, wenschte hij toch vurig iets van
Kitty te vernemen, maar hij vreesde, daardoor de rust, die nu zijn
deel was geworden, weer te verliezen.
"Ja, maar bij dit alles behoort toezicht, en wie zal dit
houden?" antwoordde Dolly moedeloos.
Zij had nu haar huishouding door Marie Filimonowna in zulk een
toestand gebracht, dat zij er niets aan wenschte te veranderen;
en, om de waarheid te zeggen, stelde zij ook in Lewins kennis der
landhuishoudkunde geen volkomen vertrouwen. Zijn uiteenzetting dat de
koe slechts een machine om melk te winnen was, scheen haar verdacht
en zijn redeneeren over de verschillende soorten van voeder begreep
zij niet, terwijl zij Marie's handelwijze om de bruine en de zwarte
koe wat meer te eten te geven duidelijk, eenvoudig en van goed gevolg
had bevonden. En wat de hoofdzaak was: zij wilde nu van Kitty spreken.
"Kitty schrijft, dat zij naar niets zoozeer verlangt, als naar
eenzaamheid en rust."
"Is het met haar gezondheid beter geworde
|