t. De familie mag niet onder de luimen,
de zelfzucht of de misdaad van een der echtgenooten lijden;
ons leven moet derhalve verder evenzoo voortgaan als tot
hiertoe. Dat is noodig voor mij, voor u, voor onzen zoon. Ik
ben vast overtuigd, dat gij berouw zult hebben over hetgeen
de aanleiding tot dezen brief is geworden, en dat u mij
helpen zal het gebeurde in de vergetelheid te begraven. In
het tegenovergestelde geval kan u zelf zich voorstellen,
wat u en uw zoon staat te wachten. Maar daarover hoop ik
mij in een persoonlijke bijeenkomst uitvoeriger te kunnen
uitlaten. Daar het seisoen voor het verblijf op het land
ten einde loopt, verzoek ik u zoo spoedig mogelijk naar
Petersburg te verhuizen, bepaald niet later dan aanstaanden
Dinsdag. Alle noodige beschikkingen zijn gemaakt. Ik verzoek
u in aanmerking te nemen, dat ik aan de vervulling van mijn
wensch een bizonder gewicht hecht.
A. KARENIN.
P.S. Ik voeg hierbij wat geld voor uw uitgaven."
Hij schelde.
"Geef dezen aan den koerier," zeide hij, terwijl hij opstond,
"om hem morgen aan Anna Arkadiewna op het landhuis te brengen."
"Om u te dienen. Verkiest Uw Excellentie thee in het kabinet?"
Alexei Alexandrowitsch liet zich de thee daar hoen brengen en ging,
met het vouwbeen spelend, naar zijn leunstoel. Tegenover dezen was
op de schrijftafel reeds een aangestoken studeerlamp neergezet en een
opengeslagen Fransch boek lag er bij. De stoel stond juist tegenover
een schoon uitgevoerd portret van Anna. Zijn blik vestigde zich op de
beeltenis. De ondoorgrondelijke oogen zagen hem vermetel en ironisch
aan, juist als op dien avond hunner uiteenzetting. Karenin huiverde,
zijn lippen beefden en mompelden onwillekeurig: "Brrr!" Hij wendde
den blik af, ging zitten en zag in het boek. Hij trachtte te lezen,
maar zijn gedachten zwierven af. Niet aan zijn vrouw dacht hij, maar
aan eenige bezwaren, die op het gebied zijner ambtsbezigheid, die
hem zoo geheel in beslag nam, ontstaan waren. Hij nam een potlood
en een stuk wit papier en bedekte het met aanteekeningen. Onder
deze werkzaamheid kreeg zijn gelaat weer een levendiger kleur. Toen
hij het papier had beschreven, stond hij op, schelde en gaf het den
bode over om het ter uitvoering naar de beambten zijner kanselarij te
brengen. Daarop ging hij eenige malen zijn kamer op en neer, beschouwde
andermaal het portret en lachte minachtend. Nadat hij nog een korte
poos had gelezen, ging hij om elf uur naar b
|