n oordeel noodige
verbeteringen genomen. Volgens zijn meening was het noodig geweest
nieuwe meubels te laten komen, gordijnen op te hangen, den tuin te
laten in orde brengen, een kleine brug over den vijver te bouwen en
bloemen te planten. Maar andere, zeer noodige dingen, welker gemis
later Dolly soms wanhopig maakte, had hij voorbij gezien. Hoezeer
Stipan zich moeite gaf een zorgzaam vader en echtgenoot te zijn,
kon hij zich toch ook gedurig weer niet herinneren, dat hij vrouw
en kinderen had. Hij had de eigenschappen van een jonkman en deze
regelden zijn doen en laten. Bij zijn terugkomst te Moskou had
hij zijn vrouw met trots verzekerd, dat alles voor haar ontvangst
gereed was, dat het huis op een pronkkastje zou gelijken en hij
zelf kon haar nu aanraden naar buiten te verhuizen. Het vertrek
zijner vrouw was hem in alle opzichten aangenaam. Het leven op het
land zou voor de kinderen gezonder en ook veel goedkooper zijn, en
hij zelf--vrijer. Darja Alexandrowna van haar zijde achtte ook het
verblijf op het land voor de kinderen noodig, vooral voor het meisje,
dat na het roodvonk nog steeds niet geheel was geworden zooals zij
zijn moest, en dan ook om de eeuwige kleine uitgaven aan schoenmaker,
kleermaker, slachter en vischkooper wat te beperken. Buitendien was
haar de gedachte aan het land ook aangenaam, omdat zij hoopte Kitty,
die in den zomer van de badplaats zou terugkeeren, daar bij zich te
zien. Kitty schreef haar, dat niets zoo aanlokkelijk voor haar was,
als den zomer met Dolly en de kinderen te Klekotok, dat voor haar
zoo rijk aan herinneringen uit de jeugd was, door te brengen.
De eerste tijd van haar verblijf op het land was voor Dolly zeer
zwaar. Van haar kindsheid af was haar de voorstelling bijgebleven,
dat het land een toevluchtsoord voor alle stadsonaangenaamheden was
en dat het leven daar wel niet druk en elegant, maar daarvoor ook
goedkoop en ongedwongen was; men had daar alles zelf, alles was er
dus goedkoop en het was er--dit was de hoofdzaak--voor de kinderen
gezond. Maar nu, na haar aankomst, bevond zij, dat ook hier alles
geheel anders was, dan zij het zich had voorgesteld.
Den dag na haar aankomst regende het sterk en in den nacht begon het
op den corridor en in de kinderkamer erg te lekken, zoodat zij de
bedden in het salon moest brengen. Ook ontbrak er een meid om voor
het dienstpersoneel te koken. Van negen koeien in den stal waren er
eenige, zooals de koemeid zeide, drachtig en stonden d
|