FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188  
189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   >>   >|  
ijn arm aan," zeide hij zich na een poos tot haar omkeerend. Anna staarde hem aan en wist niet, wat zij zou antwoorden. Maar vorstin Betsy kwam haar te hulp. "Neen, Alexei Alexandrowitsch," mengde zij zich er tusschen, "ik ben met Anna hierheen gereden en heb beloofd haar ook weer terug te brengen." "Vergeef mij, vorstin," antwoordde hij met een hoffelijk lachje en zag haar daarbij vast aan: "Ik zie, dat Anna niet geheel wel is en daarom wensch ik, dat zij met mij rijdt." Anna zag verschrikt om zich, stond onderworpen op en legde haar hand op den arm van haar echtgenoot. "Ik zal naar hem toe zenden, naar alles onderzoek doen en je alles laten weten," fluisterde Betsy haar toe. Bij het heengaan sprak Karenin als gewoonlijk met ieder, dien hij ontmoette, en ook Anna moest op de gewone wijze hen te woord staan; zij was echter als een geheel andere en ging aan haar echtgenoots arm als in een droom daarheen. Zij namen zwijgend in de coupe plaats en reden zwijgend door de menigte. In weerwil van alles, wat hij gezien had, veroorloofde Karenin zich toch niet Anna's oogenblikkelijken gemoedstoestand in overweging te nemen. Voor hem bestond slechts haar uitwendige houding en gedrag. Hij had gezien, dat zij zich ongepast had aangesteld en achtte zich verplicht haar daarop opmerkzaam te maken. Het werd hem echter zeer zwaar, haar slechts dat en niet meer te zeggen. Hij opende den mond en sprak onwillekeurig iets geheel anders. "Hoe zonderling, dat wij allen toch in zulke barbaarsche schouwspelen behagen kunnen vinden. Ik veracht...." "Wat? Ik versta je niet," antwoordde Anna met minachting in haar toon. Hij gevoelde zich beleedigd en begon nu dadelijk te spreken over datgene, waarover hij wilde spreken. "Ik moet u zeggen," begon hij in het Fransch, "dat ge u heden niet zeer gepast hebt gedragen." "In welk opzicht heb ik mij dan ongepast gedragen?" vroeg zij luid en zag hem recht in de oogen, maar niet meer met haar vroegere ironische opgewektheid, doch met een koene, vastberaden uitdrukking, die den angst moest verbergen, dien zij ondervond. "Vergeet niet!" zeide hij en wees naar het geopend venster achter den koetsier. Hij stond op en haalde het venster omhoog. "Welk een ongepastheid heb je dan gevonden?" herhaalde zij. "De uitbarsting van vertwijfeling, die ge bij den val van een der ruiters niet kondt verbergen." Hij wachtte op een antwoord, een tegenstand. Maar zij zweeg en staarde voor zich uit.
PREV.   NEXT  
|<   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188  
189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   >>   >|  



Top keywords:

geheel

 
gezien
 

slechts

 
ongepast
 
zeggen
 

gedragen

 

echter

 

zwijgend

 
Karenin
 
spreken

venster
 

antwoordde

 

staarde

 

verbergen

 

vorstin

 

veracht

 

vinden

 

kunnen

 
behagen
 
minachting

dadelijk

 

tegenstand

 

beleedigd

 

gevoelde

 

versta

 

barbaarsche

 
onwillekeurig
 
antwoord
 

opende

 
wachtte

vertwijfeling

 
ruiters
 

anders

 
zonderling
 
schouwspelen
 

waarover

 
achter
 

geopend

 

Vergeet

 
vroegere

vastberaden

 

uitdrukking

 

ondervond

 

ironische

 

opgewektheid

 

opzicht

 
koetsier
 

herhaalde

 

gevonden

 

uitbarsting