als zij in werkelijkheid was; hij sloot en verzegelde in zekere
mate de kamer zijns harten, waarin de gevoelens voor zijn familie,
dat is voor zijn vrouw en zijn zoon, woonden. Hij, vroeger zulk een
nauwgezet vader, verkoelde in dezen winter vooral jegens zijn zoon
en zooals met zijn vrouw sprak hij ook met hem op ironischen toon.
Alexei Alexandrowitsch was er van overtuigd en beweerde ook, dat
hij nog in geen jaar zoo met bezigheden overstelpt was geweest als
in het tegenwoordige, maar hij bekende zich zelf niet, dat hij zich
deze drukten zelf uitdacht, omdat hij daarin het beste middel zag
om de kamer, waarin de gevoelens voor vrouw en kind verborgen lagen,
en die steeds sterker werden, hoe langer hij ze daar bewaarde, niet
open te sluiten, in zijn gelaat lag steeds, zoodra iemand naar zijn
vrouw vroeg, een strenge en trotsche uitdrukking.
Karenins landhuis lag in Pargalewo, en gewoonlijk placht ook gravin
Lydia Iwanowna daar te wonen en als buurvrouw en vriendin, op intiemen
voet met Anna te verkeeren. Dit jaar echter gaf zij er de voorkeur
aan daar niet te wonen; zij had geen enkel bezoek bij Anna gebracht,
maar maakte Karenin op Anna's verkeer met vorstin Betsy en Wronsky
als iets onbetamelijks opmerkzaam. Doch hij wees haar streng terug
en zeide, dat zijn vrouw boven alle verdenking was verheven, en
sedert vermeed hij de gravin. Hij wilde niet opmerken, dat velen in
de conversatie Anna scheef aanzagen, en hij wilde niet begrijpen,
waarom Anna zoo levendig wenschte van Pargalewo naar Zarskoe te
verhuizen, waar Betsy woonde en in welks nabijheid Wronsky's regiment
gelegerd was. Hij veroorloofde zich niet daarover na te denken,
maar in den grond zijns harten was hij, ofschoon zonder bewijzen,
vast overtuigd, dat hij een bedrogen echtgenoot was, en voelde zich
diep ongelukkig. Hoe dikwijls had hij in de verloopen gelukkige jaren
zijns levens bij den aanblik van andere bedrogen echtgenooten gezegd:
"Hoe kan men zoo iets ook toelaten? Waarom verbreekt men zulk een
ondragelijken toestand niet?" Maar nu, nu het ongeluk op zijn eigen
hoofd was gevallen, dacht hij er niet aan, hoe zulk een verhouding
kon opgelost worden, en wilde er zelfs niets van weten, omdat het te
verschrikkelijk, te ondragelijk was.
Na zijn terugkomst uit het buitenland was Karenin slechts tweemaal in
zijn landhuis geweest; de eerste maal toen hij er dineerde, den anderen
keer met eenige gasten; maar hij was er geen nacht overgebleven,
zooals h
|