n de modderkluiten al gereed, waarmede zij haar, zoodra de tijd
gekomen was, wilden werpen. De meeste oudere en hooggeplaatste personen
waren daarentegen ontevreden over het in aantocht zijnde schandaal.
Toen Wronsky's moeder de minnarij van haar zoon vernam, was zij
aanvankelijk daarmede zeer tevreden; want naar haar meening werd
door niets zoozeer de laatste schaaf gelegd aan een jongen man
van de wereld, als door een liefdesbetrekking met een vrouw uit de
hoogste kringen. Toen zij echter later hoorde, dat haar zoon een voor
zijn verdere carriere hoogst gewichtige betrekking had afgewezen,
alleen om bij zijn regiment en in de nabijheid van mevrouw Karenin te
blijven en vernam, dat zich tengevolge daarvan eenige hooggeplaatste
personen ontevreden over hem hadden uitgelaten, toen werd haar oordeel
gewijzigd. Ook beviel het haar niet, dat, naar al wat zij vernomen had,
het hier geen luchtige, aardige en pikante liefdesaffaire gold, maar
een wanhopigen ernstigen, Wertherschen hartstocht, die, zooals men haar
zeide, allerlei domme consequentien tengevolge kon hebben. Zij had hem
sedert zijn onverwachte terugkomst uit Moskou nog niet weergezien en
had hem derhalve nu door haar oudsten zoon laten verzoeken bij haar te
komen. Ook de oudste broeder was over den jongsten niet tevreden. Het
was hem volkomen onverschillig, welk een soort van liefde het was, of
groot of gering, of hartstochtelijk of kalm, of misdadig of platonisch,
want hij zelf onderhield, hoewel hij een familie bezat, een danseres
en oordeelde derhalve zeer toegevend; maar hij wist dit eene, dat het
een liaison was, die dezulken mishaagde, wier gunst men zoeken moest,
en daarom keurde hij het gedrag zijns broeders af.
Behalve zijn dienstplichten en sociale bezigheden had Wronsky nog een
hartstocht, namelijk voor schoone paarden. Dit jaar was een wedren met
hindernissen onder de officieren vastgesteld. Wronsky had zich laten
inschrijven, had een Engelsche volbloedmerrie gekocht en was nu in
weerwil van zijn liefdehandel vervuld van hartstochtelijke gedachten
aan den ophanden zijnden wedren. Deze beide passien stonden elkander
volstrekt niet in den weg.
In den morgen van den wedrendag kwam Wronsky vroeger dan gewoonlijk
in de groote zaal der officierssocieteit om een beefsteak te
gebruiken. Hij behoefde zich niet ruim te voorzien, want hij had juist
de voorgeschreven lichaamszwaarte, maar mocht ook niet zwaarder worden,
en daarom onthield hij zich van alle ge
|