rie verschenen in het
Handelsblad. En alle drie behooren tot het innigst-liefdevolle, het
zoetst-lyrische, en het waarachtigst-bewonderende dat hij ooit
geschreven heeft, terwijl vooral de eerste--over mijn eersten
critischen bundel--altijd voor mij een schittering van synthetische
mensch-doorgronding en -herschepping, en scherp-ontledend--bijv.
invloedend-aanwijzend--critisch oordeel is gebleven. Onnoodig te
zeggen, dat hij in geen enkel opzicht van mij afhankelijk was!! Onnoodig
reeds, omdat voor ieder, die innerlijk zien en hooren kan, deze stukken
stralen en luiden van echtheid. Dit wat hem betreft; nu wat mij aangaat.
Mijn eerste studie over hem [p.183] verscheen in 1911 in De Ploeg. Zij
werd mij in de pen gegeven, zoowel door een heftige verontwaardiging,
over de wijze waarop deze man in De Telegraaf was verguisd, als door
een diepe bewondering voor zijn gaven als criticus, in welke
hoedanigheid hij immers juist was aangevallen. Er leek toen toch
waarlijk weinig voordeel aan, om zijn verdediging op te nemen! Wie
stortte toen niet zijn gallige "geestigheid" over hem uit.--Daarna
schreef ik over hem in De Gids, over een critischen bundel; in De
Boekzaal over "De Jordaan".--Tijd en plaats hebben nimmer mijn
critisch oordeel beinvloed. Ook mijn bewondering heb ik niet
getemperd, omdat ik in dit blad schreef, zoo min als mijn afkeuring, in
een ander; en ook het omgekeerde heb ik niet gedaan. Het boek en het
boek alleen, onafhankelijk van de plaats mijner critiek, bepaalde
mijne afkeuring en bewondering, en hunne mate. En het zou mij al zeer
makkelijk vallen dit te bewijzen, zoowel met mijn Querido-besprekingen
in "Stad en Land" als met die daarbuiten.--Genoeg. Het is duidelijk na
dit alles, niet waar, dat ik in. 1911 Is. Querido "ophemelde", omdat
ik in 1917 medewerker werd van Stad en Land. En het is even
duidelijk, dat dit hetzelfde is als toen Scharten in Maart 1916 "De
Telegraaf" "het geweten van Holland" noemde, terwijl hij in ...
Maart 1916 medewerker werd van dat blad! Schaam U, meneer van
Vriesland, om deze clowneske zotheid vooral, als ge het schamen nog niet
hebt verleerd. Gij moogt dan nog wel den geest van een knaap bezitten:
als ge den leeftijd hebt van een jongen man, stelt men U in het
maatschappelijk leven verantwoordelijk als een man....--Maar mijn God
... hoe kon ik dat zeggen ... ik ellendeling! Hij is immers niet meer
verantwoordelijk na dat ongeluk met die bom.... Al wat ik daar schreef,
is
|