rste bladzijden:
"Donkere pijnboomen grijnsden aan weerszijden van de bevroren rivier."
Een "grijnzenden afgrond" is al een ondeugdelijk en ongevoeld
spraakbeeld, maar het is oud en versleten en juist omdat deze
uitdrukking oud en versleten is van het overmatig gebruik, glijdt onze
geest er zoo makkelijk In en neemt genoegen met het gatige vod, zooals
een slecht zittende oude jas ons veelal nog behagelijker is dan een
prachtig getailleerde nieuwe. Maar wat nou zoo iets kersversch als "een
grijnzend pijnwoud" voor een ding is, in dat begrip daar komt onze
geest, althans de mijne, niet in en zal er wel evenmin ooit in
komen....--"Maar niettemin waren zij mannen, die dit land van
eenzaamheid en stilte doortrokken, nietige avonturiers op kolossaal
avontuur uit, hun krachten metend met een wereld even verwijderd en
vreemd en levenloos als de eeuwige ruimte." Is het mij al een raadsel,
hoe men iets materieels "verwijderd" kan noemen, terwijl men erin
is, al evenmin werd mij geopenbaard, hoe men, "zijn krachten kan meten
met een wereld die levenloos is." Immers "zijn krachten meten met"
beteekent altijd: "een strijd aangaan met" en nu is er misschien wel
niets in de heele wereld, waarvan men niet zeggen kan, dat men er een
strijd mee wil aangaan, behalve juist het levenlooze! Want iemand, die
zegt tegen iets te strijden, moet zich noodzakelijk dat iets als
levend in eenigen letterlijken of overdrachtelijken zin hebben
voorgesteld, en niet als levenloos. Aan het levenlooze kan men
slechts "zijn krachten beproeven", dat wil zeggen door eenige erop te
verrichten handeling, niet: door strijd ertegen. Natuurlijk, wij
begrijpen wel wat hier wordt bedoeld. "Verwijderd" is hier onzin
geworden, alleen doordat er elke nadere bepaling aan ontbreekt, bijv.:
"verwijderd van de bewoonde wereld," en als ge door "levenloos" heen
"passief" leest, dan is de zaak in orde al is de volzin dan vreeselijk
leelijk en wordt het beeld van die "eeuwige ruimte" nog [p.213]
beroerder dan het nu is. En bovendien: "als dit" en "als dat," jawel!
maar literatuur behoort geen ruimte te laten voor dergelijke "alsen."
Zij juist moet weten te zeggen, precies te zeggen wat zij
bedoelt.--"....toen een flauwe, verre kreet zich in de stille lucht
verhief.... Hij had een kermende, verdoemde geest kunnen geweest
zijn...."--Een kreet, die een geest had kunnen geweest zijn? Arme
Satan, wat een nieuwe last bij al z'n oude moeiten: ik zie hem al alle
kreten, die zijn heetg
|