aecte een ghesceet1) [1) scheiding]
Tusschen hen beiden, al waest hen leet.
(Een waarheid, die ook in den nieuweren tijd, blijkens het spreekwoord
"Leege kisten maken twisten" niet onbekend is). En toen bleek dat de man
niet die trouw en standvastigheid van ziel bezat, welke hij zich-zelf
had toegekend. Hij reisde terug naar zijn land en liet haar, in het
nijpendst gebrek, met "Twee uter maten scone kinder" achter.--En nu, o
mijne proletarische erfgenamen van dit schat-rijke legaat der
Middeleeuwen, vergunt, dat uw ietwat droge, boedelbeschrijvende notaris
hier zijn ceel onderbreke voor ditmaal!... Waarmede ik, in andere
woorden, zeggen wil, dat, schoon ik het betreur, middenin de behandeling
der middelnederlandsche Beatrijs te moeten pauseeren, dit nu eenmaal
niet anders kan, omdat ik al ver mijn ruimte heb overschreden.
* * * * *
IIIa
Vrienden! even een waarschuwing en een raad vooraf! De--ondiplomatieke
--waarschuwing is: dit artikel is wat moeielijk! De raad: lees je-zelf
de "moeielijke" plaatsen voor, met strikte inachtneming mijner
accenten en cursiveeringen. Dan hoor je ongeveer, wat ook ik,
innerlijk, heb gehoord. Dan zal het net zijn, of de schrijver-zelf of
een ander, die het stuk volkomen verstaat, het je voorleest, en je zult
zien: het gaat open voor je. Maak den geschreven inhoud tot een
juist-gesprokenen en--ge begrijpt hem! Hoe ervaar ik dat op den
leesclub-cursus! (Maar het is trouwens een vaak
proefondervindelijk-[p.250] bewezen feit). Door de juiste intonatie,
waarmede ik--overigens afgrijselijk leelijk--een moeilijk maar schoon
vers voorlees, wordt dit ook door hen begrepen, die er daarzonder
allicht niet veel van zouden hebben gevoeld. En ofschoon bij u dat
met-de-juiste-uitdrukking-lezen, aanvankelijk niet anders dan een
als-machinaal volgen mijner accenten en cursiveeringen kan zijn--let
op mijn woorden: het wordt dra een begrijpen! Maar komaan, nu
beginnen we:
Thans door haar minnaar verlaten, vervalt Beatrijs tot de diepste
ellende en vernedering. Eerst willens gezondigd hebbende, wordt zij nu
gedwongen dat zondige te doen. Wat genot was, wordt nu de straf
van het genot. Noodbezwaard, verlaagt zij zich thans tot een publieke
vrouw, die van de opbrengst harer ontucht leeft. Die straf echter zoude
geen delgende en weldoende straf zijn geweest, indien ten eerste,
zij-zelf die niet als zoodanig hadde gevoeld, en, ten tweede, niet de
samenhang ervan
|