Die si niet en dorste1) vermonden2) [1) durfde 2) vertellen, mondeling openbaren]
Ghenen mensche, no1) ontdecken, [1) noch]
No in dichten1) oeck vertrecken.1) [1) 1) Noch op schrift te openbaren]
Het is ongetwijfeld waar, dat, naar men heeft gezegd, de dichter, reeds
door zoo zwaren nadruk te leggen op de behoefte van Beatrijs om een
ander deelgenoot van haar geestelijken nood te maken, de onmisbaarheid
van de biecht heeft willen aantoonen, en, daar in zijn tijd de
biechtverplichting door de geloovigen niet bijster stipt zou zijn
nagekomen, de menschen heeft willen aansporen, vooral door het geen
verder in zijn gedicht volgt, dat wel te doen. Maar daarom schijnt het
mij ook niet overbodig, hieraan toe te voegen, dat deze "tendentieuze"
invoeging niet alleen zijn dichtwerk niet heeft geschaad, maar het
zelfs aanmerkelijk ten goede is gekomen--waarvan zoo dadelijk het
bewijs --'t geen dan ook niet anders kon. Indien--om 't zeer kort te
zeggen en hier geen literair-aestetische theorieen aan te snijden, welke
al te zwaar verteerbaar zouden kunnen blijken--indien een zekere
levensbeschouwing zoo door een mensch is doorleefd en
geasssimileerd, dat zij als 't ware tot vleesch en bloed van zijn
wezen is geworden, dan vloeit het belijden, het verdedigen en dus in
zekeren zin: propageeren daarvan, van zelf en natuurlijk uit zijn
wezen voort; dan is dat voor dien mensch niets anders, dan zelfverweer
en zelfbestendiging, en doet het zich, zoo hij kunstenaar is, even
van zelf en vaak onbewuster wijze in zijn werk gelden, als de
rhythmiek van zijn ademhaling, als, kortom, al zijne eigenschappen van
geest en gemoed, die sterk genoeg [p.263] zijn, om hunne scheppende
aequivalenten aan te kunnen trekken. En niet het uitvieren maar juist
het onderdrukken van den daarmede verbonden scheppenden drang zou dan
een kunst
|